Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Oudheidkundig jaarboek — 3. Ser. 5.1925

DOI Artikel:
Byvanck, Alexander W.: Aanteekeningen over handschriften met miniaturen, [2]: miniaturen van Jean Foucquet
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.25881#0041

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
AANTEEKENINGEN OVER HANDSCHRIFTEN MET MINIATUREN

29

AANTEEKENINGEN OVER HANDSCHRIFTEN MET

MINIATUREN.

III. MINIATUREN VAN JEAN FOUCQUET.

Ieder bezoeker van het Museum-Condé te Chantilly, het geschenk van den hertog van
Aumale aan het Institut de France, zal zich het veertigtal bladzijden met miniaturen
herinneren, geschilderd door Jean Foucquet, die in een der zalen van dit museum te zien
zijn, bekend als „les quarante Foucquet de Chantilly.” Het zijn bladen uit een getijdenboek,
op hout geplakt en ingelijst als onafhankelijke kleine schilderstukken. De enkele regels
tekst, het begin van gebeden of getijden, die hier en daar tusschen het schilderwerk op deze
bladzijden voorkwamen, heeft men laten verdwijnen door er een versierd fragment uit
een ander handschrift geknipt op te plakken of door er enkele bloemen of ornamenten
overheen te schilderen. Letterteekens, die men in de decoratie aantreft, geven ons voldoende
aanwijzingen om vast te stellen, dat het getijdenboek, waaruit deze bladen zijn gescheurd,
vervaardigd is voor Meester Étienne Chevalier, een staatsman uit de 15de eeuw, die onder
Karei VII en Lodewijk XI hooge waardigheden aan het Fransche hof heeft bekleed.

Behalve de bladen te Chantilly waren tot voor korten tijd nog vier andere bladen
uit dit zelfde handschrift bekend, één in het Britsch Museum te Londen (Add. 37.421),
één in de Bibliothèque Nationale te Parijs (Nouv. acq. lat. 1416) en twee in de Louvre.
Onlangs is nog een vijfde blad in Engeland teruggevonden met de afbeelding van Sint
Michiel den aartsengel in strijd met den draak1). Dit blad is in het bezit van de Heeren
Maggs Bros. te Londen en op hun verzoek heeft Graaf Paul Durrieu de vondst bekend ge-
maakt in een kleine verhandeling, die aan de leden der „Société franqaise de reproduction
de manuscrits a peintures” is aangeboden2). Graaf Durrieu heeft zijn studie uitgebreid
tot een beschouwing over den schilder Jean Foucquet. Behalve een uitvoerige beschrijving
van het nieuw gevonden blad en van het getijdenboek van Étienne Chevalier vinden wij
in deze verhandeling de documenten over het leven van Jean Foucquet en een lijst der
andere miniaturen van zijn hand. Reeds vroeger had graaf Durrieu een reeks van studie’s
aan de kunst van Foucquet gewijd 3) en hij is het ook geweest, die het eerst heeft uitge-
sproken, dat in een tweetal handschriften der Koninklijke Bibliotheek in Den Haag minia-
turen van de hand van dezen meester voorkomen 4). Deze beide handschriften verschaffen

4) Het eerst afgebeeld iri „The Illustrated London News” van 28 Juli 1923, blz. 170.

2) Paul Durrieu, Livre d’heures peint par Jean Foucquet, le quarante-cinquième feuillet
de ce manuscrit retrouvé en Angleterre (1923). — F. A. Gruyer, Les quarante Foucquet (1897). —
Henry Martin, Les Fouquet de Chantilly.

3) De voornaamste zijn: Les Antiquités Judaïques et le peintre Jean Foucquet (1907), en in
de „Histoire de l’art” van André Michel IV 2 (1911), blz. 723 — 730.

4) Paul Durrieu, Deux miniatures inédites de Jean Foucquet, Mémoires de la Société nationale
des antiquaires de France LXI (1902).
 
Annotationen