Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Hinweis: Ihre bisherige Sitzung ist abgelaufen. Sie arbeiten in einer neuen Sitzung weiter.
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 1.1899-1900

DOI Heft:
Nr. 3
DOI Artikel:
Haverkorn van Rijsewijk, Pieter: Kapiteelen uit de Groote of St. Laurentiuskerk te Rotterdam
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17407#0089

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
Oude Monumenten.

Kapiteelen uit de Groote of St. Laurentiuskerk te Rotterdam.

In 1879 werd de fraaie St. Laurentius-Kerk te Rotterdam be-
vrijd van de kalklagen, welke jaren, ja wellicht eeuwen lang op haar
pilaren en binnenwanden waren gesmeerd. Toen kwamen weder voor
den dag de kapiteelen met fraaie bladornamenten op de pijlers van
het middenschip, en de zeer eigenaardige kapiteelen in de zijschepen.
Zoowel in het Noordelijk als in het Zuidelijk zijschip zijn vijf zuilen, welke
de booggewelven schragen en één pilaar op den hoek van de dwars-
beuk. In het zuidelijk zijschip is het kapiteel van dien hoekpilaar ook
met bladornament versierd; in het noordelijk zijschip daarentegen met
eene voorstelling van

ia. Noach slapende in den wijngaard gevonden door zijn zoons.
(Genesis IX: 21—24.) Noach ligt dronken op den grond. Aan zijn
voeten staat Cham en wijst op s-de schaamte zijns vaders«. Sem en
jafeth staan op zij van Cham »met afgewend gelaat^, en een van hen
houdt met beide handen het kleed vast waarmeê zij »de schaamte*
van hun vader bedekken. Op de andere helft van het rondloopend
kapiteel ziet men

ib. •zeen bok in een wijngaard*, op de achterpooten staande en
zich te goed doende aan de druiven. Zou dit niet kunnen zijn eene
illustratie van Noach's onkunde aangaande de kracht van het druivensap?

De kapiteelen der overige pilaren zijn veel kleiner dan deze. Zij
dekken dan ook halve kleine pilaren, die geplaatst zijn tegen het mid-
den der zuilen. Voortgaande in het noordelijk zijschip van den dwarsbeuk
naar het westen, vinden wij de volgende kapiteelen:

2. Een man die een fluit vasthoudt, waarop een naast hetn zittende
aap blaast die meteen slaat op een trommel. Een satire op musici.

3. Abraham's offerande. (Genesis XXII.) De aartsvader is voor-
gesteld als een krachtig man, een zwaard (geen mes) boven zijn hoofd
zwaaiend, in luisterende houding en met uit verbazing uitgestrekte
hand. Naast hem brandhout, een steenen altaar en een dier (het ramr')
in struiken verward, waarboven uitkomt een hoofd (van den engel of
van Izak.)

4. De verspieders van Kanoën met den druiventros. (Numeri XIII.)
Van de twaalf door Mozes uitgezonden verspieders ziet men er twee,
en wel de twee, die aan een stok dragen een kolossalen druiventros,
welke afgesneden werd in het dal Eskol.

5. Simson verscheurt een leeuw. (Richteren XIV.) Simson is
 
Annotationen