Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Hinweis: Ihre bisherige Sitzung ist abgelaufen. Sie arbeiten in einer neuen Sitzung weiter.
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 1.1899-1900

DOI Heft:
Nr. 6
DOI Artikel:
Boekbeoordeeling en Aankondiging
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17407#0235
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
22 3,

melding van afkomst een groote sprong gedaan van de verk. coll. Willem
Lormier ('s Gravenhage 17Ó3—Lormier bezat het reeds in 1752) naar de
verk. coll. Georg. Finger (Frankfurt a. M. 1874.) Ik geloof dat hier als
eigenaar tusschen gesteld mag worden J. Hoofman te Haarlem, als in
wiens verzameling van Eynden en van der "Willigen (III p. 243) een
dergelijke schilderij van Jan Steen vermelden. Na Hoofman's dood in
1799 schijnt het stuk toegedeeld te zijn aan zijn dochter, die met den
heer P. N. de Quarles gehuwd was, want in het andere gedeelte, dat
eerst in 1846 te Haarlem onder den hamer kwam, is het niet te vinden.
Een tweede schilderij van Jan Steen met dezelfde voorstelling, het laatst
te zien geweest op de veiling van de coll. Demidoff van San Donato
(Parijs 1868), had een niet minder doorluchtigen stamboom: Seger Tierens
(1743), Tak (1781), Roothaan en de Robiano (1837).

Bestaande reproducties naar de verschillende schilderijen zijn steeds
vermeld, maar tot mijn bevreemding niet, wanneer deze zich in tijdschriften
of algemeen verspreide verzamelwerken bevinden, als bv. de medicijn-
proever van Adriaan Brouwer, waarvan niet iedereen de etsen van Eisenhardt
en Reim bij de hand heeft, maar gemakkelijk de Gazette des beaux-arts
(1885 I p. 169) kan opslaan, waar een goede houtsnede er naar te vinden
is. Ditzelfde geldt van de verschillende reproducties die in den Klas-
sischen Bilderschatz staan, en niet aangegeven zijn.

Een bijzonder woord van dank verdient de samensteller voor de
practisch ingerichte registers, waardoor het bv. gemakkelijk gemaakt
wordt, die stukken in den catalogus terug te vinden, die in vroegere
catalogi onder andere namen geboekt stonden.

De heer Weizsacker heeft ook getracht, uit een typografisch
oogpunt met iets fraais voor den dag te komen, en voor dat pogen
heeft hij zeker aanspraak op erkentelijkheid. Maar ik voor mij kan de
opmerking niet achterhouden, dat het gebrek aan marge storend is voor
aanteekeningen makende bezoekers, en dat de plaatsing der schilders-
namen aan de binnenzijde van het hoofd der bladzijden mij onpractisch
voorkomt, want in den catalogus bladerend ziet men ze niet.

De gekozen lettersoort acht ik beslist te groot, maar dit is een
questie van smaak.

Amsterdam. E. W. Moes.

Oude Gebouwen te Dordrecht. Dordrecht, Blussó en Co. 1900. 103
bladz. met 40 illustraties, prijs f 1.—

Een paar jaar geleden verscheen te Brugge een boeksken: <Pro-
menadcs dans Brugesi par Charles de Flou met 153 afbeeldingen in
lichtdruk, alle, zorgvol gekozen hoekskens of kunstschatten dier voorheen
 
Annotationen