Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Hinweis: Ihre bisherige Sitzung ist abgelaufen. Sie arbeiten in einer neuen Sitzung weiter.
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 3.1901-1902

DOI Heft:
Nr. 5
DOI Artikel:
Berichten over Nederlandsche Musea
DOI Artikel:
Verslagen van Vereenigingen
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17409#0216

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
208

Museum van Oudheden te Nijmegen.

Tot den vierden druk van den Catalogus is eene bijlage verschenen, be-
vattende de voorwerpen, ingekomen sedert 1895. De omvang van dit
boekje (67 bladz. druks) is het beste bewijs voor de voortdurende uit-
breiding van dit museum, en de nauwkeurige bewerking voor de onver-
flauwde toewijding van de heeren Abeleven en Bijleveld. Van eenige
munten zijn afbeeldingen gegeven. Jammer dat zich deze belangstelling
niet ook over andere voorwerpen heeft uitgestrekt.

Verslagen van Vereenigfingen.

Stedelijk Museum te Alkmaar. Verslag over het jaar 1901

Wegens noodzakelijke vertimmeringen is het museum langen tijd gesloten
geweest. Van die gelegenheid werd tevens gebruik gemaakt eenige schilde-
rijen te doen herstellen, o. a. een zinnebeeldig tafereel door Caesar van Ever-
dingen, dat wegens de vroegere plaatsing als schoorsteenstuk zeer veel ge-
leden had door den gloed van den kachel.

Verslag van de werkzaamheden der oudheidkundige vereeniging
„Fléhite" te Amersfoort, gedurende het jaar 1901.

Kleine wijzigingen in de tentoonstelling der voorwerpen maakten
dit museum wederom meer aantrekkelijk, en de lange lijst van meer
of minder belangrijke aanwinsten doet zien, dat de belangstelling van
ingezetenen en vrienden van Amersfoort niet vermindert.

Ook buiten het eigenlijke museum strekte zich de zorg van het
bestuur uit, blijkens de met goeden uitslag bekroonde pogingen om
een aan de buitenzijde der St Joriskerk ontdekte muurschildering te
behouden. Over dit merkwaardige schilderwerk heeft in ons Bulletin
reeds vroeger een uitvoerig verslag gestaan. HH. Kerkvoogden die
zoo zeer medegewerkt hebben om deze proeve van oude kunst voor
het nageslacht te bewaren, hebben den dank van alle oudheidkundigen
verdiend, ook buiten hunne stad.

Niet met instemming begroeten wij evenwel het door het bestuur
genomen besluit, om nimmer naar andere plaatsen voorwerpen voor
eenige tentoonstelling tijdelijk af te staan. Wanneer wij zien met welke
zoowel voor de wetenschap als voor de praktijk glansrijke resultaten
alom en steeds meer tentoonstellingen georganiseerd worden, moeten
wij wel hopen dat zulk een verouderd standpunt niet door andere
besturen nagevolgd moge worden. Zij die de Rembrandt- en Oranje-
Tentoonstelling te Amsterdam en de Marine-Tentoonstelling te 's Gra-
 
Annotationen