Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Hinweis: Ihre bisherige Sitzung ist abgelaufen. Sie arbeiten in einer neuen Sitzung weiter.
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 4.1902-1903

DOI Heft:
Nr. 2
DOI Artikel:
Wadenoijen - Zutphen
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17410#0070

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
62

Wadenoijen.

De restauratie aan de Ned. Herv. Kerk te Wadenoijen is afgeloopen.
De dikke laag cement, waarmee de muren van het schip van buiten waren
besmeerd, is weggenomen, de voegen zijn uitgekrabd en weer ingevoegd,
waardoor de tufsteen zeer mooi te voorschijn komt. De muur aan de zuid-
zijde, die veel was uitgeweken, is ten deele met tufsteen vernieuwd en
verder te lood gemaakt. De hoofdingang, die zich eerst tusschen twee
lichtraampjes bevond, is nu onder een dier raampjes aangebracht.

Al de raamopeningen van het schip zijn bezet met half groen glas in
lood gevat, en tegen bindroeden vastgemaakt, die op een afstand van
3 decimeter van elkander afstaan. De lage zoldering in het schip heeft plaats
gemaakt voor een houtbeschieting aan de binnenzijde van de heel vernieuwde
kap, waardoor de acoustiek veel verbeterd is. De dakbedekking van roode
pannen is vervangen door eene leibedekking; ook is aan iedere zijde van
het dak een zinken goot gelegd met een afvoerbuis en vergaarbak. De
binnenzijde der muren van het schip en het koor is afgebikt en weer
bepleisterd, behalve de muurbeschildering, waaraan de een weinig verkleurde
deelen nog zullen worden opgehaald.

Tielsche Courant. November 1902.

Zutphen.

Naar men verneemt zullen de fraaie gewelfschilderingen in het Noorder-
dwarspand der H. Walburgiskcrk met veel omzichtigheid bijgewerkt en,
waar noodig, opgehaald worden. De heeren Lücke en Heiswegen, beiden
werkzaam aan het atelier van Cuypers te Roermond, zijn reeds met dit
werk begonnen.

De Opmerker. 6 December 1902.

N.B. »Ophalen" lijkt ons voor oude schilderingen een gevaarlijk werk,
waardoor hieraan alle waarde kan ontnomen worden. Red.

zoogenaamde boerkist of boerschrien te Roswinkel nog twee stukken van 1711 en
van 1736 betrekkelijk dien spoorweg, waaruit blijkt dat er nogal belang in gesteld
werd. In het eerste stond o. a. vermeld, dat door het graven van eene ihooffsloot"
»dwars door de spoorwegh'' de bewoners van Roswinkel ^oordeelden zeer benaedeelt
tc zijn, dewijl haer spoorwegh, die zij voor ondenckelijke jaeren vrij hadden gebruickl,
daardoor werde onbruickbaar gemaekt".

Mr. L. Oldenhuis Gratama. Spoorweg tusschen Emmen en Roswinkel. Assen 1871.

2) Prof. Dr. F. Knoke. Die Römischen Moorbrücken in Deutschland, blz. 8.
Berlijn 1895.
 
Annotationen