DOI Heft:
Nr. 1-2
DOI Artikel:Wildeman, M. G.; Overvoorde, J. C.: Avondmaalzilver bij de Ned. Herv. Kerk
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.17412#0066
56
jaren tel) wel niet beschoren zal zijn, ooit het resultaat te mogen aan-
schouwen. Of wij elkaar kunnen of hadden kunnen aanvullen blijft een
tweede vraag.
Moge evenwel het »Naschrift" op mijn circulaire niet worden aan-
vaard door hen. die de goede bedoeling van mijn arbeid begrijpen. Een
nieuw beroep op medewerking van kerkvoogden, predikanten en particulieren
lijkt mij evenwel niet overbodig.
*s-G r a v e n h a g e. 17 Nov. 1904. M. G. Wildeman.
De reeds 40-jaren oude heer Wildeman zit angstig turend naar het
naderend einde met vrees en beven te berekenen of hij in zijn laatste
levensjaren nog eenig teeken van leven zal zien van het werken der Rijks-
commissie en heeft dus geen tijd om kennis te nemen van wat door deze
Commissie reeds werd bekend gemaakt; ik zal mij dus de moeite besparen
om dit hier te herhalen. Hij is tevens zoo kinderlijk naïef om te meenen,
dat door zijne heraldisch-genealogische kerkzilver-studie vandalismen r) als
door hem van Leiden gesignaleerd, in het vervolg zullen voorkomen worden.
Dergelijke wandaden zijn echter door geen bekend zijn der voor-
werpen te keeren, maar alleen door de tijdelijke beheerders te doordringen
van de historische waarde der voorwerpen. En hieraan ontbreekt nog maar
al te veel. Nog kort geleden kreeg ik, toen ik een kerkvoogd in een Zuid-
Hollandsch dorp wees op de onvoldoende bewaarplaats van het oud avond-
maalszilver ten antwoord: Brande het maar af, dan kregen wij een
mooi nieuw stel, want het oude is goed geassureerd!
En nu de beschrijving zelf. Verschillende besturen zullen eene zoo
nauwkeurig mogelijke beschrijving trachten te geven en met zekerheid
mag worden aangenomen, dat de door den heer W. saam te stellen in ven-
taris eenige uitnemende beschrijvingen zal bevatten, doch daarnevens zal
er ook veel in voorkomen wat onjuist is. omdat de hem te zenden opgaven
onbetrouwbaar zijn, terwijl uit eenige plaatsen de gegevens zullen ontbreken,
hen goede beschrijving is alleen te geven na persoonlijk onderzoek in
elke gemeente, een werk dat van één particulier niet is te verwachten,
doch zonder dit onderzoek kan eene onvolledige beschrijving, waarin rijp
en groen dooreen staat, slechts onbetrouwbare gegevens opleveren, waaraan
uit wetenschappelijk oogpunt weinig waarde valt toe te kennen.
J. C. üvervoorde.
1) De te Leiden verkochte stellen zijn voor oud zilver verkocht in korting
van het te leveren nieuwe stel! Zoodra mij dit, kort na mijne komst te Leiden,
bekend werd, hel» ik inlichtingen trachten in te winnen over het verdwenen zilver;
het bleek mij toen, dat het is versmolten aan de fabriek, die het nieuwe zilver
geleverd heeft aan een hierbij als tusschenpersoon fungeerend goudsmid te Leiden.
De beschrijving is in een ouden inventaris vermeld. Het waren stellen van 1732 en
1760 en, naar het nog aanwezige avondmaalziiver te oordeelen, waarschijnlijk zonder
grootc kunstwaarde.
jaren tel) wel niet beschoren zal zijn, ooit het resultaat te mogen aan-
schouwen. Of wij elkaar kunnen of hadden kunnen aanvullen blijft een
tweede vraag.
Moge evenwel het »Naschrift" op mijn circulaire niet worden aan-
vaard door hen. die de goede bedoeling van mijn arbeid begrijpen. Een
nieuw beroep op medewerking van kerkvoogden, predikanten en particulieren
lijkt mij evenwel niet overbodig.
*s-G r a v e n h a g e. 17 Nov. 1904. M. G. Wildeman.
De reeds 40-jaren oude heer Wildeman zit angstig turend naar het
naderend einde met vrees en beven te berekenen of hij in zijn laatste
levensjaren nog eenig teeken van leven zal zien van het werken der Rijks-
commissie en heeft dus geen tijd om kennis te nemen van wat door deze
Commissie reeds werd bekend gemaakt; ik zal mij dus de moeite besparen
om dit hier te herhalen. Hij is tevens zoo kinderlijk naïef om te meenen,
dat door zijne heraldisch-genealogische kerkzilver-studie vandalismen r) als
door hem van Leiden gesignaleerd, in het vervolg zullen voorkomen worden.
Dergelijke wandaden zijn echter door geen bekend zijn der voor-
werpen te keeren, maar alleen door de tijdelijke beheerders te doordringen
van de historische waarde der voorwerpen. En hieraan ontbreekt nog maar
al te veel. Nog kort geleden kreeg ik, toen ik een kerkvoogd in een Zuid-
Hollandsch dorp wees op de onvoldoende bewaarplaats van het oud avond-
maalszilver ten antwoord: Brande het maar af, dan kregen wij een
mooi nieuw stel, want het oude is goed geassureerd!
En nu de beschrijving zelf. Verschillende besturen zullen eene zoo
nauwkeurig mogelijke beschrijving trachten te geven en met zekerheid
mag worden aangenomen, dat de door den heer W. saam te stellen in ven-
taris eenige uitnemende beschrijvingen zal bevatten, doch daarnevens zal
er ook veel in voorkomen wat onjuist is. omdat de hem te zenden opgaven
onbetrouwbaar zijn, terwijl uit eenige plaatsen de gegevens zullen ontbreken,
hen goede beschrijving is alleen te geven na persoonlijk onderzoek in
elke gemeente, een werk dat van één particulier niet is te verwachten,
doch zonder dit onderzoek kan eene onvolledige beschrijving, waarin rijp
en groen dooreen staat, slechts onbetrouwbare gegevens opleveren, waaraan
uit wetenschappelijk oogpunt weinig waarde valt toe te kennen.
J. C. üvervoorde.
1) De te Leiden verkochte stellen zijn voor oud zilver verkocht in korting
van het te leveren nieuwe stel! Zoodra mij dit, kort na mijne komst te Leiden,
bekend werd, hel» ik inlichtingen trachten in te winnen over het verdwenen zilver;
het bleek mij toen, dat het is versmolten aan de fabriek, die het nieuwe zilver
geleverd heeft aan een hierbij als tusschenpersoon fungeerend goudsmid te Leiden.
De beschrijving is in een ouden inventaris vermeld. Het waren stellen van 1732 en
1760 en, naar het nog aanwezige avondmaalziiver te oordeelen, waarschijnlijk zonder
grootc kunstwaarde.