Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 6.1905

DOI Heft:
Nr. 4-5
DOI Artikel:
Nederlandsche Musea
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17412#0140

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
126

oranje, bruin, groen, blauw en mangaan-violet meester was geworden.

De derde schotel, met verdiepten bodem, zoogen. tondo, is van lateren
tijd. vermoedelijk reeds uit de allereerste jaren der 16e eeuw, maar het
vette email, dat het voorwerp aan beide zijden dekt, de krasse kleuren,
de vrije, luchtig opgezette teekening. vooral aan den achterkant welke ver-
sierd is met groot geschetste blaren in groen, bruin en geel, rangschikken
den schotel nog onder de forsche quattrocentokunst.

Wij hebben hier misschien het oudste voorbeeld van grotesken op
ceramiek, zooals die later, maar dan verslapt, in de fabrieken van Urbino
zooveel gebruikt werden. Zooals zij nu op den breeden rand zijn gezet,
in warm bruin op den gelen grond, vattende de vier medaillons met
figuurtjes in grisaille, laten zij het voorwerp met een stuk orfèrerie wed-
ijveren, wat dan ook zeker de bedoeling van den ceramist is geweest.

Ik zal de laatste zijn te beweren, dat, na deze aanwinsten, er geen
desiderata meer overblijven. Ik denk in de allereerste plaats aan een van
die fraaie decoratieve stukken, zooals die uit de fabriek der Robbia kwamen ;
de hedendaagsche ceramist moet ook kunnen zien welk gebruik de archi-
tectuur van de maiolika maakte. Ook zal een mooi versierde kan of
schotel altijd welkom zijn, ten einde ons den omvang en rijkdom van
het oude ornament te doen begrijpen, maar wat ik meen, is, dat thans
de verzameling, in hoofdtrekken, de geschiedenis der maiolica en der
mezza-maiolica in de middeneeuwen, voorzoover die nu bekend is. aan-
schouwelijk maakt. Zien wij met aandacht de vitrines onzer ceramiek-ver-
zameling aan, dan wordt het duidelijk, dat er een continuiteit bestaat in
de verschillende manifestaties der pottenbakkerskunst, vanaf de oudste
stukken gevonden aan de Euphraat en te Caïro uit de 13e eeuw, tot het
Delfsch aardewerk in de 18e eeuw. Dat wij deze verzameling bezitten is
niet alleen nuttig voor den hedendaagscben werkman, maar ook nood-
zakelijk voor den beoefenaar van de geschiedenis. Het komt mij voor dat
in een centraal Museum, als het Nederlandsche voor Geschiedenis en Kunst,
zij niet mocht ontbreken.

A. Pit.

Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.

De reorganisatie van het Rijksmuseum van Oudheden is reeds een
goed eind gevorderd. Gereed zijn reeds sedert geruimen tijd de galerij van
gipsafgietsels (in een zaal van het Rijksmuseum van Natuurlijke historie)
en drie zalen voor aegyptische oudheden, bevattende de kunst van het
oude rijk, het midden rijk en de groote kunst van het nieuwe rijk;
voor deze aegvptische zalen is een catalogus vervaardigd, die voor 30 cents
aan het Museum verkrijgbaar is. Alle mummies zijn in een afzonderlijk
vertrek bijeengebracht. Verder is er een werkkamer ingericht, die alle werk-
 
Annotationen