98
In de kerk bevindt zich een houten geverfde preekstoel met het om-
schrift op den bak: »Anno Domini iéil Mense Junio."
Het orgel werd in 1897 door J. Proper uit Kampen geleverd. Het
nachtmaalszilver bestaat o. a. uit: een zilveren avondmaalsbeker met gegra-
veerden rand van lofwerk en geslagen rand aan den voet en een zilveren
avondmaalsbeker met gegraveerden rand van lofwerk en geslagen rand
aan den voet. Tusschen het lofwerk van den bovenrand staat het opschrift:
Hendrick Hansen van Meer. Geertien Jansen Brouwer. Beide bekers zijn
uit de i8e eeuw.
Evangelisch Luihersche Kerk. — In deze kerk is o. m. het onder-
staande nachtmaals- en doopzilver aanwezig:
Een broodschotel, op den rand een hart, waarin Christus aan het kruis
en waarboven een slang en een duif. Het randschrift luidt:
»Die Gemeinte van ongeanderde Conf. Augsb. in Campen 1649."
Een doopkan en kom. Op de kan staat gegraveerd:
»Ds. Joh. Christ. Romberg predicant en zijn Ed. Huysvrouw Fenna
Sophia Reiners hebben dit ter gedagtenis vereert aan de Luthersche kerk
te Campen A. 1751."
Op de kom :
»Segne Godt an allen oorden doope, naghtmael en Gods heijlig woort
en leijdt ons in de Heemels Poort. Dese doop- ende colekte kom is an de
Luthersche Kerk tot Campen tot gedaghtenisse gegeeven van de heer Kapetein
Luitenant Coenrat Keiser A° 1726."
Het Raadhuis. —■ Tusschen 1315 en 1328 had de stad van Geert
van der A twee huizen in huur, waarvan het eene als Schepenhuis, het
ander als Wijnhuis gebruikt werd. Uit het feit, dat in 1330 gezegd wordt,
dat het Schepenhuis bij de Yischmarkt lag, meent men te kunnen afleiden,
dat beide huizen op dezelfde plaats stonden, waar nu het Raadhuis staat.
Gelijktijdig met het schepenhuis wordt het Hof of het Rechthuis vermeld,
dat bij de Bovenkerk lag en aan het kerkhof grensde x).
In het Schepenhuis vergaderde de stadsregeering, in het Rechthuis
spraken schout en schepenen recht. In 1348 wilde men het Rechthuis
afbreken en op nieuw opbouwen, hiervan kwam niets. In 1513 werd het
oude Rechthuis aan Geert Van Hengelen voor 500 gulden verpand en in
1524 ging het aan hem in eigendom over.
Het Oude Raadhuis is tusschen 1345 en 13 50 oorspronkelijk gebouwd.
In den nacht van 4 op 5 Februari 1543 werd het gebouw door brand
geteisterd en »verbrande de geheel raedtcamer, die zeer schoone was."
Onmiddellijk na dezen ramp werd met de herstelling begonnen.
Berend van Coesvelt, de stadstruffelmeester, stond aan het hoofd der
metselaars en kocht o.a. te Leeuwarden de patronen voor de vloeren, die
boven op het Raadhuis moesten komen. Deze vloersteenen werden daarop
1) Vermoedelijk het huis in de Oudestraat, Noordhoek Yergietensteeg.
In de kerk bevindt zich een houten geverfde preekstoel met het om-
schrift op den bak: »Anno Domini iéil Mense Junio."
Het orgel werd in 1897 door J. Proper uit Kampen geleverd. Het
nachtmaalszilver bestaat o. a. uit: een zilveren avondmaalsbeker met gegra-
veerden rand van lofwerk en geslagen rand aan den voet en een zilveren
avondmaalsbeker met gegraveerden rand van lofwerk en geslagen rand
aan den voet. Tusschen het lofwerk van den bovenrand staat het opschrift:
Hendrick Hansen van Meer. Geertien Jansen Brouwer. Beide bekers zijn
uit de i8e eeuw.
Evangelisch Luihersche Kerk. — In deze kerk is o. m. het onder-
staande nachtmaals- en doopzilver aanwezig:
Een broodschotel, op den rand een hart, waarin Christus aan het kruis
en waarboven een slang en een duif. Het randschrift luidt:
»Die Gemeinte van ongeanderde Conf. Augsb. in Campen 1649."
Een doopkan en kom. Op de kan staat gegraveerd:
»Ds. Joh. Christ. Romberg predicant en zijn Ed. Huysvrouw Fenna
Sophia Reiners hebben dit ter gedagtenis vereert aan de Luthersche kerk
te Campen A. 1751."
Op de kom :
»Segne Godt an allen oorden doope, naghtmael en Gods heijlig woort
en leijdt ons in de Heemels Poort. Dese doop- ende colekte kom is an de
Luthersche Kerk tot Campen tot gedaghtenisse gegeeven van de heer Kapetein
Luitenant Coenrat Keiser A° 1726."
Het Raadhuis. —■ Tusschen 1315 en 1328 had de stad van Geert
van der A twee huizen in huur, waarvan het eene als Schepenhuis, het
ander als Wijnhuis gebruikt werd. Uit het feit, dat in 1330 gezegd wordt,
dat het Schepenhuis bij de Yischmarkt lag, meent men te kunnen afleiden,
dat beide huizen op dezelfde plaats stonden, waar nu het Raadhuis staat.
Gelijktijdig met het schepenhuis wordt het Hof of het Rechthuis vermeld,
dat bij de Bovenkerk lag en aan het kerkhof grensde x).
In het Schepenhuis vergaderde de stadsregeering, in het Rechthuis
spraken schout en schepenen recht. In 1348 wilde men het Rechthuis
afbreken en op nieuw opbouwen, hiervan kwam niets. In 1513 werd het
oude Rechthuis aan Geert Van Hengelen voor 500 gulden verpand en in
1524 ging het aan hem in eigendom over.
Het Oude Raadhuis is tusschen 1345 en 13 50 oorspronkelijk gebouwd.
In den nacht van 4 op 5 Februari 1543 werd het gebouw door brand
geteisterd en »verbrande de geheel raedtcamer, die zeer schoone was."
Onmiddellijk na dezen ramp werd met de herstelling begonnen.
Berend van Coesvelt, de stadstruffelmeester, stond aan het hoofd der
metselaars en kocht o.a. te Leeuwarden de patronen voor de vloeren, die
boven op het Raadhuis moesten komen. Deze vloersteenen werden daarop
1) Vermoedelijk het huis in de Oudestraat, Noordhoek Yergietensteeg.