Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Hinweis: Ihre bisherige Sitzung ist abgelaufen. Sie arbeiten in einer neuen Sitzung weiter.
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 1.1908

DOI Heft:
Nr. 2
DOI Artikel:
Beets, Nicolaas: De aan Jan van Scorel toegeschreven Warmenhuizer gewelfschilderingen
DOI Artikel:
Mulder, Adolph: De gewelfschilderingen in de kerk der Nederduitsch hervormde gemeente te Noordbroek
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19797#0084

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
compositie dienstige stelsel van horizontale en verticale lijnen schijnt in die richting te
wijzen. Toch is het bestaan van een tweede met het oog op het gewelf zelf gewijzigd
ontwerp met eenige moeite wel denkbaar. Het allerschoonst ware het dus geweest, indien
men ook op het terugvinden van dat document had kunnen wachten. Wachten dus,
hoogstwaarschijnlijk ten eeuwigen dage.

Ik zelf zou, wanneer ik in een dergelijk geval het oog van den restaurator hoopvol
op mij rusten zag, gevleid zijn en ... . niet meer zoeken.

N. BEETS.

DE GEWELFSCHILDERINGEN IN DE KERK DER NEDERDUITSCEI HERVORMDE

GEMEENTE TE NOORDBROEK.

Werd in het Decembernummer van den vorigen jaargang, pag. 208, door ons mede-
gedeeld, dat het kerkbestuur der Ned. Herv. gemeente te Noordbroek, naar aanleiding
van ontdekte gewelfschilderingen in de kerk aldaar, voornemens was het geheele gewelf
te doen onderzoeken, niet om het te voorschijn gebrachte opnieuw over te witten, maar
om het te behouden, thans heeft dit onderzoek plaats gehad en kunnen wij omtrent het
resultaat daarvan het volgende mededeelen.

Het koor der voornoemde kerk dagteekent uit de 2de helft der 13de eeuw; het
bestaat uit ééne travée en wordt verder afgesloten door vijf zijden van een tienhoek. Aan-
gezien de kerk bepleisterd is, kunnen wij zonder grondig onderzoek niet bepalen, of deze
afsluiting al of niet oorspronkelijk is; wel zijn de aanwezige in- en uitwendige profielen
dezelfde als die van het overige gedeelte van het kerkgebouw, doch inwendig komt men
tot de meening, dat het gewelf der koorafsluiting nooit is uitgevoerd, en dit te meer nog daal-
de zusterkerk te Zuidbroek, die van denzelfden tijd dagteekent, eene vlakke koorafsluiting
bezit. Daarom is twijfel aan de oorspronkelijkheid der koorafsluiting alleszins gemotiveerd.

Wat hier ook van zij, vrij zeker is het, dat het gewelf der koorafsluiting niet bestond
in het midden der 15de eeuw, toen de gewelven der kerk werden beschilderd, want ware
dit wèl het geval geweest, dan zouden de nu ontdekte schilderingen, voorstellende »Het
laatste Oordeel”, ongetwijfeld op het gewelf der koorafsluiting zijn aangebracht.

Het vroeg-gothische gewelf, dat de koortravée dekt, bestaat uit acht ribben, die van
haar oorsprong af tot ongeveer op de helft harer lengte zijn samengesteld uit driekwart-ronde
baksteenen, terwijl het overige gedeelte uit rechthoekvormige baksteenen bestaat. Evenals bij
een gewoon kruisgewelf vangen vier dezer ribben op de vier hoeken van de travée aan; de
vier overige ribben zijn daar midden tusschen geplaatst, zoodat het koorgewelf uit acht
gewelfsvelden bestaat. In het midden bevindt zich een ring, waarin de ribben uitloopen; deze
heeft eene doorsnede van ongeveer 0.90 M. en is inwendig niet geopend maar dichtgemetseld.

70
 
Annotationen