Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Hinweis: Ihre bisherige Sitzung ist abgelaufen. Sie arbeiten in einer neuen Sitzung weiter.
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 1.1908

DOI Heft:
Nr. 6
DOI Artikel:
Monumentenzorg op de staatsbegrooting
DOI Artikel:
Gils, Jacobus Henrikus Jozef van: Toren te Oirschot
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19797#0260

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
in baksteen met banden van witte steen, en dateerend uit ongeveer 1460. Een stuk van
den toren is indertijd ingestort. De ontredderde toestand mag niet voortduren. Er is
zelfs gevaar voor de omgeving door het afvallen van brokken steen, en vrees voor slooping
is derhalve niet denkbeeldig.

Reeds in 1901 drong het gemeentebestuur bij het rijk op hulp aan en ook in de
Tweede Kamer gingen stemmen daarvoor op. De kosten worden geraamd op ƒ7500,
waarvan de gemeente f 1500 kan bijdragen. Het rijk zal ƒ 6000 moeten geven en de
minister vraagt derhalve een som van ƒ 3000 als eersten termijn.

TOREN TE OIRSCHOT1).

Op 12 Dec. 1904 stortte ’s avonds tegen 5 ure met een doffen slag, geheel onverwacht,
de Zuid-Westelijke hoek van den St. Pieterstoren te Oirschot, over ongeveer de geheele
hoogte ad 60 M., in. Er was ’s anderen daags, toen ook ondergeteekende er aanwezig
was, een grooten toeloop van nieuwsgierigen uit den omtrek saamgestroomd. Een wonderen
aanblik vormde die groote opening met de nog gedeeltelijk hangende klokkengestoelten en
zolderingen, de afgeknapte balken en ankers, den berg puin, waarin zich o. a. blokken
steen bevonden van 25 MA inhoud, een aanblik dien men niet vergeten zal. Dank zij den
steun van Rijk, Provincie, Gemeente en Kerk werd een jaar later met bekwamen spoed
de herstelling aangevangen en thans, 12 December 1908, dus precies 4 jaren later, is het
metselwerk tot op volle hoogte voltooid en is de taak voor het grootste gedeelte der werklieden
als afgeloopen te beschouwen.

De gemeentenaren, bezield met een weinig meer geestdrift dan den naturen der
Noordelijke landen eigen, kunnen dan ook dezen dag niet koelbloedig laten eindigen.
Kwart voor vijf uur, dus juist het uur der instorting, maken de harmonieleden eene wandeling
met muziek door het anders zoo stille dorp, trekken om den toren en over het markt-
plein, waarna een volksconcert in de harmoniezaal plaats heeft. Vlaggen wapperen van
den toren en uit de huizen, het is feest in het dorp en de ijverige smid, die duizende
kilo’s ijzer met voortvarendheid en bedrevenheid aan den toren heeft verwerkt en geplaatst,
zoodat bijna geen fabriek het zoude verbeteren, heeft het plan geopperd met eigen middelen
op den toren een lichtgas ter illuminatie te ontsteken 3).

Het is als las men de geschiedenis der bewoners uit de middeleeuwen, die bezield
met heilige geestdrift hunne kerken en torens bouwden en daardoor in de kleinste dorpen
soms wonderen stichtten van architectuur en kunstnijverheid ons thans nog ter leering en
bewondering.

De mooie oude klokken uit het puin gehaald en thans in een tijdelijken zwaren 1 2

1) Zie de afbeelding in «Bulletin” 1905, bl. 35.

2) Wegens het slechte weder is het plan moeten opgegeven worden.

245
 
Annotationen