DOI Heft:
Nr. 2
DOI Artikel:Boekbespreking
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.19798#0070
□
BOEKBESPREKING.
□
CATALOGUS der meest belangrijke voorwerpen (met uitzondering der schilderijen) in
het Friesch Museum te Leeuwarden, door Mr. P. C. J. A. Boeles. Uitgave van
het Friesch Genootschap van geschied-, oudheid- en taalkunde te Leeuwarden.
Leeuwarden, Meijer en Schaafsma, 1908.
Deze catalogus zal ongetwijfeld bij het Nederlandsch publiek een gunstig onthaal
vinden. Dit doet ons zoowel de rijkdom der daarin beschreven verzamelingen verwachten
als de goed gekozen en heldere vorm, waarin hier het meest wetenswaardige omtrent die
verzamelingen wordt medegedeeld. Buitendien zullen zeker de in den catalogus vervatte
beschouwingen en gevolgtrekkingen van den welbekenden Conservator van het Friesch
Museum de aandacht der op hetzelfde of op soortgelijk gebied werkzame geleerden trekken
en den weg banen tot nieuwe ontdekkingen. Laat mij dus beginnen met een warmen
gelukwensch aan den maker van den catalogus en aan de bestuurders van het Friesch
Genootschap voor dit nieuwe bewijs hunner ijverige werkzaamheid en onverdroten belang-
stelling in de vaderlandsche oudheidkunde en geschiedenis.
In den catalogus, die voor ons ligt, is, zooals in den titel ligt opgesloten en in
de voorrede (blz. XIV) uitdrukkelijk gezegd wordt, niet naar volledigheid gestreefd. Liet
smaakvol uitgegeven boekje wil een bruikbare gids wezen, die omtrent de voornaamste
voorwerpen het belangrijkste ter kennis van het publiek brengt, daarbij tevens ingaande
op de wetenschappelijke vragen, tot de oplossing waarvan gene dienstbaar kunnen worden
gemaakt. De hier gevolgde wijze van werken en publiceeren der bereikte resultaten verdient
m. i. alleszins aanbeveling voor wie, zooals een aantal jaren geleden Mr. Boeles, aan het
hoofd van een, van wetenschappelijk standpunt beschouwd, nog eerst gebrekkig geordend
provinciaal museum komt te staan. In plaats van zijn geheelen tijd te geven aan eene
volledige, maar dorre inventarisatie van alle toevallig aanwezige voorwerpen (welk werk
bij den oorspronkelijken toevloed van nieuwe voorwerpen uit de terpen niet licht tot een
einde gebracht zou zijn) heeft Mr. Boeles blijkbaar van meet af aan zijne aandacht hoofd-
zakelijk geschonken aan de problemen van geschiedkundigen en kunsthistorischen aard,
die zich bepaaldelijk in Friesland voordoen, en zich zoodoende kunnen ontwikkelen tot
een specialist op eigen en aanverwant gebied en een bevoegd beoordeelaar van de te
Leeuwarden aanwezige voorwerpen en hunne waarde voor de geschiedenis des lands.
Zooals de meeste provinciale musea, draagt ook het Friesch Museum een twee-
slachtig karakter, voorzoover het zoowel eene verzameling van overblijfselen uit de oudheid
als eene van stukken uit de middeleeuwen en de nieuwere tijden omvat. Er valt weliswaar
nergens eene scherpe grenslijn tusschen oude en jongere geschiedenis te trekken; maar
de beschavingsgeschiedenis van Europa is niettemin in deze twee tijdperken, die een
verschillenden geest ademen, gescheiden, en daarvan is ieder op zich zelf zoo uitgebreid,
dat gelijkmatige beoefening der studie van beide nauwelijks doenlijk en in den regel
ongewenscht is. Men moet erkennen, dat Mr. Boeles, met uitzondering alleen der schilderijen,
58
BOEKBESPREKING.
□
CATALOGUS der meest belangrijke voorwerpen (met uitzondering der schilderijen) in
het Friesch Museum te Leeuwarden, door Mr. P. C. J. A. Boeles. Uitgave van
het Friesch Genootschap van geschied-, oudheid- en taalkunde te Leeuwarden.
Leeuwarden, Meijer en Schaafsma, 1908.
Deze catalogus zal ongetwijfeld bij het Nederlandsch publiek een gunstig onthaal
vinden. Dit doet ons zoowel de rijkdom der daarin beschreven verzamelingen verwachten
als de goed gekozen en heldere vorm, waarin hier het meest wetenswaardige omtrent die
verzamelingen wordt medegedeeld. Buitendien zullen zeker de in den catalogus vervatte
beschouwingen en gevolgtrekkingen van den welbekenden Conservator van het Friesch
Museum de aandacht der op hetzelfde of op soortgelijk gebied werkzame geleerden trekken
en den weg banen tot nieuwe ontdekkingen. Laat mij dus beginnen met een warmen
gelukwensch aan den maker van den catalogus en aan de bestuurders van het Friesch
Genootschap voor dit nieuwe bewijs hunner ijverige werkzaamheid en onverdroten belang-
stelling in de vaderlandsche oudheidkunde en geschiedenis.
In den catalogus, die voor ons ligt, is, zooals in den titel ligt opgesloten en in
de voorrede (blz. XIV) uitdrukkelijk gezegd wordt, niet naar volledigheid gestreefd. Liet
smaakvol uitgegeven boekje wil een bruikbare gids wezen, die omtrent de voornaamste
voorwerpen het belangrijkste ter kennis van het publiek brengt, daarbij tevens ingaande
op de wetenschappelijke vragen, tot de oplossing waarvan gene dienstbaar kunnen worden
gemaakt. De hier gevolgde wijze van werken en publiceeren der bereikte resultaten verdient
m. i. alleszins aanbeveling voor wie, zooals een aantal jaren geleden Mr. Boeles, aan het
hoofd van een, van wetenschappelijk standpunt beschouwd, nog eerst gebrekkig geordend
provinciaal museum komt te staan. In plaats van zijn geheelen tijd te geven aan eene
volledige, maar dorre inventarisatie van alle toevallig aanwezige voorwerpen (welk werk
bij den oorspronkelijken toevloed van nieuwe voorwerpen uit de terpen niet licht tot een
einde gebracht zou zijn) heeft Mr. Boeles blijkbaar van meet af aan zijne aandacht hoofd-
zakelijk geschonken aan de problemen van geschiedkundigen en kunsthistorischen aard,
die zich bepaaldelijk in Friesland voordoen, en zich zoodoende kunnen ontwikkelen tot
een specialist op eigen en aanverwant gebied en een bevoegd beoordeelaar van de te
Leeuwarden aanwezige voorwerpen en hunne waarde voor de geschiedenis des lands.
Zooals de meeste provinciale musea, draagt ook het Friesch Museum een twee-
slachtig karakter, voorzoover het zoowel eene verzameling van overblijfselen uit de oudheid
als eene van stukken uit de middeleeuwen en de nieuwere tijden omvat. Er valt weliswaar
nergens eene scherpe grenslijn tusschen oude en jongere geschiedenis te trekken; maar
de beschavingsgeschiedenis van Europa is niettemin in deze twee tijdperken, die een
verschillenden geest ademen, gescheiden, en daarvan is ieder op zich zelf zoo uitgebreid,
dat gelijkmatige beoefening der studie van beide nauwelijks doenlijk en in den regel
ongewenscht is. Men moet erkennen, dat Mr. Boeles, met uitzondering alleen der schilderijen,
58