Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Hinweis: Ihre bisherige Sitzung ist abgelaufen. Sie arbeiten in einer neuen Sitzung weiter.
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 2.1909

DOI Heft:
Nr. 6
DOI Artikel:
Vogelsang, Willem: Nationale aesthetica en nationale vergissingen
DOI Artikel:
Boekbesprekingen
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19798#0237

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
-wenscht in den zak te steken voor een zichtbaar ding, mits het Nederlandsch zij en er
maar wat over te hooren valle. En nu moge men de Nederlandsche kunstnijverheid in haar
beste uitingen, denk eens aan ons mooiste Delfsch, aan Pijnacker, aan Frytom e. a., zelfs
reeds overschatten, in ieder geval is onze reputatie te goed om ons niet exclusief te
houden tegenover een wel vaardigen maar verre van aardigen knutselaar — zooals Van Rijswijck
was. — In zoo iemand meer dan een in zijn soort interessant verschijnsel te zien van
rade- en redeloos geworden versierwoede is helaas wel een nationale vergissing.

W. VOGELSANG.

■ ■■ == ■ ■ ■ — - ■ ■

o BOEKBESPREKINGEN. □

PEINTURES ECCLESIASTIQUES du moyen-age, publiées par G. van Kakken. Haarlem,
EI. D. Tjeenk Willink G fïls, 1909.

Als vervolg op de vroeger door den heer van Kakken gepubliceeerde afbeeldingen
der gewelfschilderingen van Naarden, Warmenhuizen en Alkmaar, met tekst van Jhr. Six,
verschijnt thans eene nieuwe serie, die in 5 afleveringen de schilderingen in de kerken
te Herpen, Zalt-Bommel, Breda en Utrecht en de fragmenten van Jacob van Oostsanen’s
bekende schilderijen uit de Nieuwezijds Kapel zal omvatten. Elke aflevering geeft 8 repro-
ducties met een paar bladzijden tekst.

De eerste aflevering is aan de gewelfschilderingen te Herpen gewijd, waarbij de
schrijver echter wel wat al te bescheiden is geweest, door zijne toelichting te beperken tot
eene verklaring van de voorgestelde figuren. Gaarne toch hadden wij hierbij ook iets
naders vernomen over de kerk zelf, waarin deze gewelfschilderingen geplaatst zijn, den
tijd van het ontstaan hiervan en den toestand vóór de restauratie. De afbeeldingen wettigen
het vermoeden, dat na de restauratie van de oorspronkelijke beschilderingen slechts weinig
is overgebleven en met te meer grond zouden wij daarom verwachten, dat in deze uitgave
eene afbeelding van den oorspronkelijken toestand niet zoude ontbreken, aangezien de
restauratie, waarbij de oude beschildering grootendeels verdween, op aansporing van den
schrijver schijnt te zijn geschied. Wel wordt vermeld, dat de toestand niet gunstig was, doch
noch uit den tekst, noch uit de afbeeldingen blijkt wat nog origineel is en wat tot het
20ste eeuwsche-restauratiewerk valt te rekenen.

Bij de beschouwing van het ensemblebeeld valt het op, dat de plaatsing der figuren in
hoofdzaak symetrisch is, doch dat bij gedeelten de symetrisch te verwachten figuren ontbreken,
zooals in de 2de travee aan de zuidzijde en de 3de aan de noordzijde. Is hier de ranken-
versiering origineel of is deze eenvoudig doorgevoerd daar de oorspronkelijk aldaar ge-
schilderde heiligen niet meer te herkennen waren?

Over deze en tal van andere vragen laat de heer van Kakken ons in het duister.

In een der gewelfvelden is een wapen afgebeeld, dat door den schrijver als waar-
schijnlijk van een der Heeren van Herpen wordt vermeld. Eenige nadere studie ware

225
 
Annotationen