Tijdens het in gang zijnde onderzoek werd in den grond een vondst gedaan, even
onder de hoogte waarop de romeinsche muur werd afgebroken, juist bij het basement van
een der beide zuiltjes, die op dien muur steunen. Zij bestaat in een aantal looden schijfjes,
drie aan drie vereenigd, behalve sommige andere, grooter en kleiner dan de genoemde,
die afzonderlijk zijn gevonden. Alles lag bijeen als een klomp of hoopje en vulde, na
verzameling, een kistje van honderd sigaren. De schijfjes zijn aan voor- en achterzijde van
ornament voorzien.
Het ornament schijnt beteekenis te hebben. Vooral, de eigenaardige combinatie van
een driehoekje met kruis, waaromheen staafjes met en zonder knoppen, is niet zonder
belang. Voorloopig kon nog niet worden vast-
gesteld wat een en ander beteekent en waartoe
het kan gediend hebben. De gedachte aan nood-
munten is niet uitgesloten 1).
Aan de buitenzijde van het halfrond is
gebleken dat het muurwerk, dat nu aan het zicht
komt en blijft, boven het plint sterk met bak-
steenmetselwerk werd uitgelapt. Dit liet zich niet
vermoeden bij de ontgraving aan de Noordzijde
in 1895. Het omgaande plint met profiel is overal
nog herkenbaar. De lisenen komen met hun voor-
vlak overeen met de vlakke kant van het plint,
zoodat het profiel telkens tegen de lisenen
doodloopt.
Het monument heeft door de ontgraving
veel aan voorkomen gewonnen, vooral daar het
plantsoen over een gezamenlijk oppervlak van
± 1700 M2. werd bijgewerkt, ten einde geen
misstand te verkrijgen en zooveel doenlijk den
Bij de ontgravmg gevonden munten.
indruk weg te nemen dat het monument in een
put staat. Maatregelen voor afvoer van regen werden mede genomen.
J. J. WEVE.
■ -— ■■■ -= ■
HET RIJKSMUSEUM LEERSCHOOL VOOR AMBACHTSBEOEFENAARS.
De bezoeker van ons Rijksmuseum zal bij het doorwandelen van de zalen, waarin
de heerlijke ambachtsproducten van vroeger gerangschikt zijn, meermalen aangenaam verrast
worden bij het zien van aanwinsten, welke deze verzameling langzamerhand rijker en
completer maken. De wensch zal dan bij hem opkomen, dat het den directeur niet aan
1) De Heer A. O. van Kerkwijk heeft ons voor het Bulletin nadere mededeelingen over deze vondst
toegezegd; de hierbij afgebeelde munten vertoonen het type der Karolingische munten. (Red.).
27
onder de hoogte waarop de romeinsche muur werd afgebroken, juist bij het basement van
een der beide zuiltjes, die op dien muur steunen. Zij bestaat in een aantal looden schijfjes,
drie aan drie vereenigd, behalve sommige andere, grooter en kleiner dan de genoemde,
die afzonderlijk zijn gevonden. Alles lag bijeen als een klomp of hoopje en vulde, na
verzameling, een kistje van honderd sigaren. De schijfjes zijn aan voor- en achterzijde van
ornament voorzien.
Het ornament schijnt beteekenis te hebben. Vooral, de eigenaardige combinatie van
een driehoekje met kruis, waaromheen staafjes met en zonder knoppen, is niet zonder
belang. Voorloopig kon nog niet worden vast-
gesteld wat een en ander beteekent en waartoe
het kan gediend hebben. De gedachte aan nood-
munten is niet uitgesloten 1).
Aan de buitenzijde van het halfrond is
gebleken dat het muurwerk, dat nu aan het zicht
komt en blijft, boven het plint sterk met bak-
steenmetselwerk werd uitgelapt. Dit liet zich niet
vermoeden bij de ontgraving aan de Noordzijde
in 1895. Het omgaande plint met profiel is overal
nog herkenbaar. De lisenen komen met hun voor-
vlak overeen met de vlakke kant van het plint,
zoodat het profiel telkens tegen de lisenen
doodloopt.
Het monument heeft door de ontgraving
veel aan voorkomen gewonnen, vooral daar het
plantsoen over een gezamenlijk oppervlak van
± 1700 M2. werd bijgewerkt, ten einde geen
misstand te verkrijgen en zooveel doenlijk den
Bij de ontgravmg gevonden munten.
indruk weg te nemen dat het monument in een
put staat. Maatregelen voor afvoer van regen werden mede genomen.
J. J. WEVE.
■ -— ■■■ -= ■
HET RIJKSMUSEUM LEERSCHOOL VOOR AMBACHTSBEOEFENAARS.
De bezoeker van ons Rijksmuseum zal bij het doorwandelen van de zalen, waarin
de heerlijke ambachtsproducten van vroeger gerangschikt zijn, meermalen aangenaam verrast
worden bij het zien van aanwinsten, welke deze verzameling langzamerhand rijker en
completer maken. De wensch zal dan bij hem opkomen, dat het den directeur niet aan
1) De Heer A. O. van Kerkwijk heeft ons voor het Bulletin nadere mededeelingen over deze vondst
toegezegd; de hierbij afgebeelde munten vertoonen het type der Karolingische munten. (Red.).
27