Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Hinweis: Ihre bisherige Sitzung ist abgelaufen. Sie arbeiten in einer neuen Sitzung weiter.
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 3.1910

DOI Heft:
Nr. 3-4
DOI Artikel:
Kerkwijk, A. O. van: De op het Valkhof gevonden loodjes
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19799#0157

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
DE OP HET VALKHOF GEVONDEN LOODJES.

Twee vragen doen zich voor, bij de onlangs op het Valkhof gevonden munten:
Wat voor stukken zijn het, en waartoe hebben ze gediend? De vondst bestond uit een
aantal, meest zwaar geoxydeerde munten, waarvan van elk eene zijde op pag. 27 van dit
«Bulletin" afgebeeld werd ]). Dit waren vier verschillende typen, waarvan sommige nog
eenige onbeduidende variëteiten vertoonden, zooals mij te Nijmegen bleek, waar ik door
de welwillendheid van den heer Mr. C. Bijleveld in de gelegenheid gesteld werd de
munten te bezichtigen.

Het oudste type vormen de drie aaneengegoten stukken, die nabootsingen zijn van
Carolingische deniers van Karei den Kale, zooals
die bij Van der Chijs ~) pl. XII, 26 worden afgebeeld.

De voorzijde vertoont een kruis, met vier

bolletjes tusschen de beenen; in plaats van een

omschrift, dat op de oorspronkelijke zilveren

deniers den naam aangeeft (b.v. CARLVS REX FR.)

is hier eene versiering aangebracht. Is de voorzijde

gemakkelijk te herkennen minder eenvoudig is

dit met de keerzijde. Welke munt heeft de graveur

hier willen navolgen? De keerzijde vertoont

eenige niet goed thuis te brengen lijnen en punten,

misschien eene verbastering van [AI, zooals dit

voorkomt op een denier van Karei den Groote

van een nog onbestemde muntplaats, afgebeeld

bij Prous) pl. XXI, 931.

Merkwaardig, dat nagenoeg alle exemplaren

uit de vondst bestonden uit drie nog aan een

verbonden stukken. In de vormen waarin deze

munten gegoten zijn, waren dus drie negatieven n.. j . ,

° ° dij de ontgraving gevonden munten.

gesneden, zoodat met ééne gieting, drie stuks te

gelijk verkregen werden. Deze moesten vervolgens met eene schaar worden uitgeknipt en het
te veel aanwezige lood worden verwijderd. De gietloopen tusschen de munten onderling zijn
op de afbeelding zeer duidelijk zichtbaar. De links afgebeelde groote munt is eene zeer
duidelijke navolging van een Toursche Groot, zooals deze in Holland, onder Floris V
o. a. geslagen werden (zie v. d. Chijs l) pl. III, 2), in navolging van Toursche Grooten
in Frankrijk onder Lodewijk IX geslagen. De voorzijde vertoont een kasteeltje of kerkje,

1) Deze afbeelding is hierbij opnieuw afgedrukt.

2) P. O, van der Chijs. De munten der Frankische en Duitsch-Nederlandsche Vorsten. Haarlem, 1866.

3) M. Prou. Catalogue des Monnaies francaises de la Bibliothèque Nationale. Les monnaies
Carolingiennes. Paris, 1896.

4) P. O. v. d. Chijs. De munten der voormalige graafschappen Holland en Zeeland. Haarlem. 1858.

145
 
Annotationen