Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Hinweis: Ihre bisherige Sitzung ist abgelaufen. Sie arbeiten in einer neuen Sitzung weiter.
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 3.1910

DOI Heft:
Nr. 6
DOI Artikel:
Kalf, Jan: De Kerk van Etten (in N. - B.), [2]
DOI Artikel:
Gelder, H. E. van: De Haagsche Schouwburg
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19799#0235

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
en »het Geloof", en de drie burchten uit het wapen van Etten versieren vijf der paneelen
van de kuip, het zesde, onversierd, is ingericht tot deurtje.

Niet onopmerkelijk is ook de tegen den westwand van de zaal geplaatste orgel-
tribune, welker vloer aan den onderkant is beschilderd met een groote engelfiguur, die
een spreukband draagt met het opschrift: gloria in excelsis deo, en omgeven is door
engeltjes met bloemslingers.

In den toren van de kerk hangen drie klokken: twee moderne en de eene, die
in 1732 behouden bleef: klok van 1.29 M. middellijn, met het opschrift: a'domini1667

fundor liberali dono illustris ac rd' capli caesarei et saecularis collegij thorensis
ioannes le fever ende claudius humbloet hebben my ghegoten wonende lefever

t' Antwerpen. Een beeldje van de H. Maagd met Kind in amandelvormige stralenkrans
siert deze klok, door een Roomsche abdij aan een Protestantschc kerk geschonken.

In de tegenwoordige katholieke kerk wordt nog een ander overblijfsel uit de oude
kerk van Etten bewaard, een der vóór de Reformatie in veiligheid gebrachte «ornamenten":
een verguld zilveren monstrans van omstreeks 1580, gestempeld met Antwerpsche keur.
Opschriften onder haren voet vermelden, dat zij in 1632 is «verbeterd", in 1782 «ver-
nieuwd" en in 1904 nieuw-opgemaakt en verguld.

JAN KALF.

DE HAAGSCHE SCHOUWBURG.

Toen ik onlangs eene poging deed om een der groote Haagsche dagbladen te
bewegen mede te werken tot behoud van een monument van zoo voorname schoonheid
als het Haagsche Schouwburggebouw, mocht ik daarin niet slagen. »Nog nooit," aldus
ongeveer de overigens voor het schoon onzer oude architectuur volstrekt niet ongevoelige
hoofredacteur, »nog nooit was hem de bedoelde gevel fraai voorgekomen en hij herinnerde
zich niet bij anderen ooit waardeering ervoor te hebben bemerkt. Ook een opzettelijke
bedevaart naar het Korte Voorhout had hem niet bekeerd."

Zooals deze redacteur oordeelen de meesten. En het ietwat sjofele uiterlijk van
onzen schouwburggevel vooral ter hoogte van den beganen grond: de kwalijk geverfde,
altijd gesloten deuren, de onsmakelijke baldakijn boven den rechteringang, de benepen
vestibule, het leelijke portiekje in het midden en bovenal de in grooten getale tegen den
gevel gehangen aanplakborden, dat alles staat den Hagenaars zóó duidelijk voor den geest,
dat zij er in het geheel niet aan denken even iets hooger te kijken naar de sobere, maar
bij uitstek deftige versiering, en nog minder om op een kleinen afstand de buitengemeen
welgeslaagde verdeeling, de zoo in alle opzichten voornaam-rustige verhoudingen van het
geheel op te nemen. Want dan zou wel blijken, dat hier waarlijk niet op behoud wordt
aangedrongen, «omdat wij nu eenmaal altijd behouden willen", maar uit gewettigde waar-
deering voor een architectonische schoonheid, die wij niet gaarne zouden missen.

Toch is daar kans op als men besluit een nieuwen Schouwburg op dezelfde plaats

223
 
Annotationen