Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Hinweis: Ihre bisherige Sitzung ist abgelaufen. Sie arbeiten in einer neuen Sitzung weiter.
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 4.1911

DOI Heft:
Nr. 2
DOI Artikel:
Feith, J. A.: De twaalfde eeuwsche vondst te Groningen
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19800#0089

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
doet volgens afbeelding en beschrijving denken aan de te Groningen gevonden beeldjes,
al zijn deze dan ook slechts borstbeelden en gene volle figuren.

Dat wij hier met 12de eeuwsche kunst te doen hebben, wordt nader bevestigd door de
vele brokstukken en stukjes bewerkt koperblad (zie afbeeldingen 10, 11 en 12), waarin vroeg-
Romaansche ornamentiek, heiligenfiguren enz. zijn gedreven. Die bladen zijn echter dermate
door een mes in stukken gesneden, geschonden en
de brokstukken zoo onvoltallig, dat slechts enkele
figuren daaruit weder konden worden samengesteld.

Zoo is het mij o.a. gelukt een bijna volledige koperen
plaat (hoog 18.6 bij breed 12.5 c.M.) weder bijeen
te brengen, waarop in een ovaal de voorstelling van
God gezeten op den regenboog, terwijl in de vier
hoeken de symbolische voorstellingen (leeuw, os,
engel, arend) der vier evangelisten zijn aangebracht.

Dit dunne koperwerk heeft echter bijna overal zijne
goudbedekking verloren en is door oxydatie dermate
bont gekleurd, dat het moeilijk valt hiervan eenigszins
duidelijke photografische afbeeldingen te nemen.

Zonder eenigen twijfel zijn de beeldjes en
het dunne koperwerk afkomstig van een reliekschrijn
of reliquiekast. Aan de lange zijden van zulk een
schrijn vindt men zeer dikwijls de beelden der
21 apostelen, zes aan elk der twee lange zijden. Onder de zeker meer dan 100 afbeeldingen
van reliekschrijnen, welke ik in de laatste weken in geïllustreerde kunstboeken en catalogi
van musea en tentoonstellingen van kerkelijke kunst onder oogen heb gehad, heb ik geen
schrijn gevonden, waarop dergelijke borstbeelden voorkomen. Elders zijn bijna altijd de
apostelen te voeten uit uitgebeeld, nergens dragen zij zulk een vroeg-Romaansch bijna

Byzantijnsch karakter. Aan de
korte wanden van dergelijke
reliekkisten ziet men veelal de
kruisiging van Jezus Christus en
de aanbidding der drie koningen
of wijzen uit het oosten. Dat
dit ook hier het geval is geweest,
blijkt eensdeels uit het prachtig gedreven hoofd van Christus in neerhangende houding
met gesloten oogen, dat eveneens tot den gevonden schat behoort, als anderdeels uit de
aanwezige opschriften: »Caspar, Melchior, Balthasar”, wier geschonden beeltenissen, elk
dragende in de rechterhand een ciborium van het 12de eeuwsch model alsViollet le Duc
t. a. p. II pl. 45 aangeeft, eveneens zijn gevonden. Het overige gedreven dunne koperwerk
is het belegsel van de kist, welke waarschijnlijk van een zadeldak voorzien is geweest.

77
 
Annotationen