Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Hinweis: Ihre bisherige Sitzung ist abgelaufen. Sie arbeiten in einer neuen Sitzung weiter.
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 4.1911

DOI Heft:
Nr. 3
DOI Artikel:
Hoefer, Frederic Adolph: Voorst en de Nijenbeek
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19800#0182

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
VOORST EN DE NIJENBEEK.

In verband met het bezoek aan de Ned. Herv. Kerk te Voorst en het slot Nijenbeek
zijn de volgende korte mededeelingen wellicht aan sommigen welkom.

De Kerk der Nederlandsch Hervormde Gemeente te Voorst:). — Vóór de hervorming
was de kerk gewijd aan de Heilige Drievuldigheid, thans is zij eigendom der Nederlandsch
Hervormde gemeente, de toren van de burgerlijke gemeente Voorst.

De kerk — hoofdzakelijk uit tufsteen opgetrokken, althans met tufsteen omkleed —
bestaat uit een driebeukig schip, een choor met een sluiting van drie zijden van een
achthoek, terwijl de zijbeuken recht gesloten
zijn. In het midden en in het choor zijn de
gewelven vervangen door een houten over-
kapping ; de kraagsteenen der voormalige
steenen gewelven zijn nog aanwezig. De noor-
delijke zijbeuk is overdekt met zeven steenen
kruisgewelven, de kleinere zuidelijke zijbeuk
door slechts vier kruisgewelven. Opmerkelijk
zijn de van Bamberger steen vervaardigde
kraagsteenen met engelen-, vrouwen- en
mannenfiguren.

De oorspronkelijke aanleg van de kerk
was driebeukig en vier boogvakken lang, met
een groot priesterchoor met twee boogvakken
en een sluiting van vijf zijden van een achthoek.

Aldus was de kerk in de tweede helft der
14de eeuw, gefundeerd op de 2,25 M. hooge
tufsteenen overblijfselen van een vroegere kerk.

In het laatst der 14de Qf begin der
15de eeuw werd de noordelijke zijbeuk naar
het Oosten met drie boogvakken vergroot, het
laatste vak diende van meet af tot sacristie.

De Romaansche tufsteenen toren uit de
tweede helft der 12de eeuw, met stompen leien spits en tufsteenen traptoren aan de zuidzijde
heeft vijf afdeelingen. De deuropening in den westwand met de diamantkoppen er boven is
opmerkelijk. De onderste afdeeling is met een oorsponkelijk ogivaal gewelf gedekt. In den toren
hangen twee klokken, beide door G. Schimmel gegoten en wel onderscheidenlijk in 1676 en 1680.

Tegen den westelijken muur van den noordelijken zijbeuk is een muurschildering
een bisschop voorstellende, met het jaartal »1566”. 1

1) Zie voor een uitvoerige beschrijving mijn artikel »Aanteekeningen over Voorst” in Gelre’s
Bijdr. en Meded., XIII, blz. 341 vlg.

Gevel Menstraat No. 9.

171
 
Annotationen