Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Hinweis: Ihre bisherige Sitzung ist abgelaufen. Sie arbeiten in einer neuen Sitzung weiter.
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 4.1911

DOI Heft:
Nr. 4
DOI Artikel:
Algemeene vergadering van den nederlandschen oudheidkundigen bond te Deventer op 7 Juli 1911
DOI Artikel:
Jaarsverlag 1910/11
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19800#0189

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
de Groote Kerk, de R. K. Kerk, benevens verschillende merkwaardige gebouwen en ge-
deelten der stad. In ons vorig nummer vindt men daarvan de beschrijving.

De gemeenschappelijke maaltijd in den Schouwburg en het concert der huzaren-
muziek in de Buiten-Societeit hadden een gezellig verloop, dank zij de regeling van een
en ander door den heer Hoefer, vanwege den Bond, en door een te Deventer gevormde
commissie, bestaande uit de heeren Dr. Houck, Albers en Gantvoort, wier kennis der
stad den deelnemers aan den tocht zeer te stade kwam. Den volgenden dag werd het
kasteel Wijnbeek bezocht en genoot men Van een terugtocht per boot, aangeboden door
de Deventer Vereeniging v. Vreemdelingenverkeer.

Het waren voor den Bond twee leerzame en aangename dagen.

JAARVERSLAG 1910/11

UITGEBRACHT DOOR DEN SECRETARIS VAN DEN NEDERLANDSCHEN

OUDHEIDKUNDIGEN BOND.

Dames en Heeren !

Het jaar, dat achter ons ligt en welks beteekenis voor de belangen, die ons ter
harte gaan, onze Voorzitter zoo juist voor U in algemeene trekken heeft geschetst, is
voor onzen Bond betrekkelijk rustig verloopen; toch is het wel van beteekenis geweest,
althans de mogelijkheid acht ik zeer groot, dat wij later juist van dit jaar het belangrijke
zullen erkennen. Drie dingen komen daarbij in aanmerking: de oprichting van en onze
aansluiting bij Heemschut, onze wintervergadering, tenslotte de Doorwerthquaestie, in het
bijzonder in verband met de restauratiequaestie in het algemeen.

Wanneer ik met het laatstgenoemde begin, dan doe ik dat, omdat dan dadelijk
het verband tot onze eigenlijke werkzaamheden openligt; immers zoo komen wij terecht
bij de besprekingen, gehouden op de vorige jaarvergadering te Gouda, waarmede mijn
verslag, althans chronologisch, toch ook beginnen moet. Daar werd door de heeren
Jos. Cuypers en prof. Vogelsang de restauratiequaestie toegelicht, in aansluiting aan in
het Bulletin verschenen praeadviezen. Het resultaat was min of meer verrassend: beide
inleiders naderden elkaar vrij dicht, maar toch opende zich voor de toehoorders een zoo
wijd verschiet van vraagpunten en moeilijkheden, dat het alleszins begrijpelijk was toen
uit de vergadering de wensch opkwam, dat het Bestuur de restauratie-quaestie in haar
vollen omvang om advies in handen stellen zou van een gansche commissie van deskundigen,
biet Bestuur gaf aan dien wenk gaarne gehoor en vond de heeren de Bazel, J. en P. Cuypers,
Kalf, Kromhout, Van Riemsdijk, De Stuers, Overvoorde en Gratama bereid het lidmaat-
schap — de laatste tevens het secretariaat — dezer commissie te aanvaarden, terwijl de
Bondsvoorzitter het voorzitterschap bekleeden zal. De commissie is bereids aan den arbeid
gegaan en heeft aan enkelen harer leden opgedragen, de gezamenlijke behandeling der

178
 
Annotationen