Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]: Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond (2.Ser. 4.1911)

dass mir der ganze Charakter der Zeichnung weit eher italienisch als hollandisch
erscheint.

Ist die Zeichnung in der Tat von Bassano, so handelt es sich wohl sicher um
eine Vorstudie zu dem Bilde, an die sich der Maler aber nachher nicht mehr in allen Details
gehalten hat. Anderenfalls hatten wir es mit einer Nachzeichnung zu tun, bei welcher
der Kopist — gleichgültig ob es ein Italiener oder niederlandischer Künstler war — selb-
standig aus sich heraus oder aus sonst irgendwelchem uns unbekannten Grunde jene
Erganzung rechts vorgenommen hat. Viel wahrscheinlicher deucht mir aber zu sein, dass
die Federzeichnung eine Studie Jacopo Bassanos ist. Auf keinen Fall darf aber wohl

Abb. 2. Jacopo Bassano: »Ratto di Proserpina” Galerie Dora in Rom.

Jacob Pijnas als Zeichner angenommen werden. KURT FREISE.

AANWINSTEN VAN HET MAURITSHUIS.

De beide hierbij afgebeelde portretten trokken mij aan om hun élégance zoowel
als om de opmerkelijke picturale eigenschappen, die ze in verscheiden onderdeden bezitten.
De houding van den man, de schildering van gelaat en handen, maar vooral de wijze
waarop zijn lichtgroene jas is weergegeven is voortreffelijk en doet de minder goed ge-
slaagde gedeelten (tafelkleed en achtergrond) gemakkelijk over het hoofd zien. Bij de vrouw
is, behalve het sympathieke gelaat en de in fijnen toon gehouden handen, waarvan er één
een capucine-theekopje vasthoudt, vooral opmerkelijk de stofuitdruking van het wit satijnen

185