Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Hinweis: Ihre bisherige Sitzung ist abgelaufen. Sie arbeiten in einer neuen Sitzung weiter.
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 4.1911

DOI Heft:
Nr. 5
DOI Artikel:
Portheine, H.: Het graf, de graftombe en het beeld onder den baldakijn van hertog Karel van Egmond in de St. Eusebius of Groote kerk te Arnhem, [4]
DOI Artikel:
Gelder, H. E. van: Iets over Barthold van Bassen, ook als bouwmeester van het Koningshuis te Rhenen
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19800#0245

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
zaag; St. Bartholomeus met een mes; St. Matthias met den strijdbijl; St. Philippus met
een langen stok, waarvan het onderste is verdwenen, zoodat vermoedelijk een kruisstaf
is bedoeld en eindelijk St. Paulus met het op den grond steunend tweehands zwaard,
zooals gebruikelijk, Judas Iscariot vervangende.

De graftombe staat nu in het midden van het verhoogde gedeelte der koorapside,
waardoor zij, ook in verband met het plaatsen op de naar alle zijden ongeveer 0.50 M.
uitspringende zerk, veel grootscher indruk maakt.

H. PORTHEINE Jr.

Arnhem, 6 Aug. 1911. Architekt der Ned. Herv. Gemeente.

IETS OVER BARTHOLD VAN BASSEN, OOK ALS BOUWMEESTER VAN HET

KONINGSHUIS TE RHENEN.

In het belangwekkend artikel van Mr. S. Muller Fzn. over het te Rhenen gebouwde
jachtslot van het Boheemsche koningspaar2) was één ding, dat mij niet bevredigde. De
bouwmeester, zoo deelde Mr. M. mede, moet een Nederlander geweest zijn, te oordeelen
naar den bouwtrant, maar wie hij was, weet men niet. Toch, zoo wilde het mij toeschijnen,
was hij niet de eerste de beste. Dat kloek gezette, wat strenge maar toch weelderige huis,
is niet het werk van een onbekende — afgezien nog van de onwaarschijnlijkheid, dat
het prachtlievende, verkwistende vorstenpaar aan zoo iemand den bouw ervan zouden
hebben opgedragen.

De oplossing der vraag moest, docht mij, in den Haag liggen, waar de Bohemers
woonden, waar zij zich hadden weten te omgeven met een wijden kring, in welken ook
kunstenaars van allerlei slag waren opgenomen. Het geluk was mij dienstig. Dank zij het
initiatief der vereeniging »die Haghe” beschikt het gemeente-archief op het oogenblik reeds
over een klapper op de persoonsnamen voorkomende in de Haagsche notarieele minuten tot
en met het jaar 1650. De Koning van Bohemen komt er herhaaldelijk in voor. In één
dier acten — zij werd den 4en Juni 1629 voor notaris Lambert Rietraet verleden —
wordt inderdaad de bouw van het Koningshuis — zij het ook met de woorden «verbouw
van het oude klooster” — te Rhenen vermeld. Namens den koning van Bohemen wordt
de uitvoering van al het metselwerk, daarvoor benoodigd, aanbesteed aan Jacop Roelofsz.
van Varick, mr. metselaar te Rhenen. De man die als ’s konings gemachtigde optrad was
de bekende Haagsche architectuur-schilder en bouwmeester: Barthold van Bassen. Daar
was de aanwijzing. Wie anders immers dan de architect zelf zou in dit verband kunnen
zijn genoemd?

Toch dient voor alle zekerheid de vraag overwogen: valt er, met deze aanwijzing
in handen, nog iets méér voor te zeggen om in van Bassen den bouwmeester van het
Koningshuis te zien?

Wij kennen van Bassen vooral als schilder van zeer weelderige, rijk gestoffeerde 1

1) Zie de Mei-aflevering, hiervóór blz. 66 en vlg.

234
 
Annotationen