Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]: Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond (2.Ser. 5.1912)

De poort zou dus dan op den hoek van eene overwelving komen te staan met een
gedeelte terzijde daarvan; terwijl ongeveer de helft van de brug alleen voor het voet-
gangersverkeer zou kunnen dienst doen.

Behalve door genoemd raadslid werd door het lid van den Raad J. A.Wilkenseen
plan ter bestudeering en overweging aangeboden, dat uit twee deelen bestaat: nd. 1°. het op
zoodanige wijze verbeteren van toegangswegen dat het onnoodig wordt den tegenwoordigen
toestand nabij de poort te wijzigen; 2°. het onderzoek van de mogelijkheid om een deel van
het verkeer door en langs de Amsterdamsche Poort af te leiden naar den Heerensingel.

Omtrent het laatste plan van den Heer L. en dat van den Heer W. is het mij

Situatieteekening II.

niet bekend of B. en W. zich daaromtrent reeds hebben uitgesproken; de dagbladen
vermeldden daaromtrent nog niets.

Uit dit overzicht van ontwerpen en voorstellen kan opgemaakt worden, dat de
oplossing van deze kwestie veler belangstelling wekt; doch tevens dat er geen gevaar te
duchten is, dat de poort voor een paar honderd gulden aan een slooper zal worden
verkocht zooals dit met meerdere poorten in het midden der vorige eeuw het geval is
geweest. In dat opzicht zijn de tijden gelukkig veranderd, hetgeen voor een groot deel
kan worden toegeschreven aan de meerdere belangstelling welke de bouwkunst in het
algemeen tegenwoordig bij het publiek geniet en aan de lichamen die zich tot taak gesteld
hebben historische en bouwkunstige monumenten in bescherming te nemen.

35