Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 5.1912

DOI Heft:
Nr. 1
DOI Artikel:
Overvoorde, J. C.: Huize Torenzicht de Poeldijk
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19801#0062

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
aan het feit, dat het, hoewel zeer bouwvallig, toch nog geheel ongewijzigd verkeerde in
den toestand van den bouw. Het was opgetrokken van baksteen met horizontale banden
van zandsteen. De voorgevel was drie ramen breed, waarvan twee tot het hoofdgebouw
behoorden en het derde tot den toren. Boven de op de afbeelding achter het struikgewas
verborgen kelderverdieping was in het hoofdgebouw een groote kamer gebouwd van
c. 53U Meter breedte binnen de muren bij een diepte van 7 Meter, waarvan echter later een
deel voor bedstede en kasten is afgeschoten. Dit vertrek werd ook door zijramen verlicht
en had door een trapje gemeenschap met de gelijkvloers gebouwde achterkamer van
ongeveer 51/2 bij 5 Meter en was tevens door een deur verbonden met het kleine vertrek
van ongeveer 21lz Meter in het vierkant, dat onder den toren was gelegen. Boven de
groote kamer was een laag vertrek en tusschen den toren en de achterkamer was eene
vestibule; de achterkamer zelf strekte zich uit over de breedte van den toren en van
ongeveer de helft van het hoofdvertrek ]).

De voorgevel vertoonde kleine kelderramen, waarboven drie groote kruisvensters,
twee van de zaal en een van het torenkamertje, met blindarcaden overspannen door een
boog met zandsteenen sluitsteentjes. Door een cordonband was de ondergevel gescheiden
van den trapgevel boven de zaal, en den geheel vrij hiervan staanden toren.

De twee onderste trappen, waarvan de onderste met ballen versierd, bevatten de
lage bovenverdieping met 2 kruisvensters met blindarcaden, de derde trap den zolder
met een door rechten strek afgedekt kruiskozijn en de vierde het topje met nisje tusschen
twee pilasters met Ionische kapiteeltjes en afgedekt door een driehoekig fronton, waarin
waarschijnlijk het jaartal stond vermeld, althans ik meende hierin nog de cijfers 16 . . te
ontcijferen. In de penanten ter zijden van de ramen en den top waren teruggemetselde
nissen en langs de trappen zandsteenen vleugelstukken ter versiering aangebracht. Enkele
goedgesmeede ankers verlevendigden den gevel.

De toren ging boven de hoofdverdieping in een achtkant over en was tot boven
den top van den voorgevel opgetrokken, hij eindigde in een plat dak met een door een
hekwerk omsloten terras. In het bovenstuk was een achtkant kamertje met acht halve kruis-
kozijnen, waardoor men, evenals van het terras een prachtig uitzicht had over het Westland.

In den zijgevel links (heraldisch) sloten bij den toren aan een deur en raam van
de vestibule en twee ramen van de achterkamer, die ook van de andere zijde licht ontving.
De toren was door een vleugelstuk met den gootlijst verbonden en in het midden van
het niet opgetrokken gedeelte was een eenvoudig opzetgeveltje met trapgevel en zolderraam
aangebracht. Het zadeldak stond recht op den voorgevel en was over het achterstuk slechts
tot de halve hoogte opgetrokken; op het hooge dak prijkte een achtkante schoorsteen.
De ramen hadden aan de beide zijgevels blindarcaden en bogen met sluitsteentjes. De
achtergevel was onversierd en de rechterzijgevel had over de diepte van de zaal een
trapgevel met een getorst gemetseld toppilastertje. 1

1) Zie den plattegrond en de afbeeldingen in aflev. 32 (1891) van «Bestaande Gebouwen.”

50
 
Annotationen