Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Hinweis: Ihre bisherige Sitzung ist abgelaufen. Sie arbeiten in einer neuen Sitzung weiter.
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 5.1912

DOI Heft:
Nr. 1
DOI Artikel:
Overvoorde, J. C.: Huize Torenzicht de Poeldijk
DOI Artikel:
Six, Jan: Voorloopig bericht omtrent de schilderingen in de Kap van de Zuider - of St. Pancraskerk te Enkhuizen
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19801#0063

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
Het geheel verkeerde reeds bij mijn bezoek in 1902, in een zeer bouwvalligen
toestand, doch met weinig moeite en niet te groote kosten had het geheel zoodanig
versterkt kunnen worden, dat het nog jaren lang een sieraad had kunnen zijn van de
omgeving. Men wist ter plaatse, dat door deskundigen waarde werd gehecht aan het
behoud van dit sierlijk gebouw en dat waarschijnlijk niet te vergeefs een beroep zoude
gedaan worden op geldelijken steun en deskundig advies voor de maatregelen, die vereischt
waren om het voor verder verval te behoeden. De eigenaar had echter andere plannen
en zonder eenige kennisgeving werd Torenzicht gesloopt, hetgeen kan geschieden dank
zij het nog steeds ontbreken van bepalingen, die de monumenten onttrekken aan den
willekeur van den toevalligen eigenaar. Dat zoo iets nog in 1912 in Nederland mogelijk
was is ernstig te betreuren; moge het althans de oogen openen van den wetgever en
het tot hem doen doordringen, dat er eindelijk een einde dient te komen aan den in
Nederland heerschenden toestand van anarchie op het gebied van monumentenzorg.

J. C. OVERVOORDE.

VOORLOOPIG BERICHT OMTRENT DE SCHILDERINGEN IN DE KAP VAN
DE ZUIDER- OF ST. PANCRASKERK TE ENKHUIZEN.

Negen jaar geleden las een van de kerkvoogden der Zuiderkerk te Enkhuizen,
de Heer Lakenman in Brandt’s Historie der vermaarde Zee- en Koopstadt Enkhuizen,
blz. 22 de volgende aanteekening van Blaeuhulk: »Omtrent den jare 1423 of 1424
begost men de kerke buitens dijks, volgens het verlof van den Grave, op te breken en
binnens dijks te setten. Men timmerde de selve beoosten aen de kapelle van St. Pancras,
die eenigen tijdt te voren binnens dijks was gesticht; Dese nieuwe kerke, naderhand tot
een Prochiekerke gemaekt en ter eere van St. Pancras gewijdt, wierdt met twee kappen
recht doorgaande gebouwd, doch over drie gedeeltens, op verscheiden tijden, gelijk men
lichtelijk kan merken aan het onderscheidt van balken, stijlen, glasen en metselwerk. De
twee kappen, beiden even lang strekten sich eerst tot aen ’t glas dat daer de Timmer-

luyden naderhandt in den jaere 1602 gegeven hebben.

Den tooren van dese kerke begon men in den jare 1450 te bouwen, gelijk te sijner tijdt
sal worden verhaelt -1).

Van binnen is de kerk in den jaer 1484, toen ’t verwelft geheel beschooten was,
met verscheiden historiën uit den ouden en nieuwen Testamente beschildert; en den
meester voor sijn werk van Stads wegen sekre prove of inkomsten toegestaen, daer hij
eerlijk van mogt leven en sijn huis onderhouden.”

De Heer Lakenman vestigde er de aandacht zijner medebestuurders op en men
nam een proef met het verwijderen der harde driedubbele laag olieverf die de geheele

1) De toren, pas in 1450 begonnen, maakt het dus onmogelijk bij van Eyck in de Heuves de Milan
Enkhuizen te herkennen, zooals ik onlangs in Onze Kunst heb voorgesteld. Maar welke havenstad is
dan het voorbeeld geweest?

4

51
 
Annotationen