Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Hinweis: Ihre bisherige Sitzung ist abgelaufen. Sie arbeiten in einer neuen Sitzung weiter.
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 6.1913

DOI Heft:
Nr. 3
DOI Artikel:
Weissman, Adriaan Willem: Oud-Haarlem
DOI Artikel:
Weissman, Adriaan Willem: Het kasteel Brederode
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19802#0162

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
noorden, werd wel volbracht, doch de bebouwing vorderde slechts uiterst langzaam.

In de 18de eeuw voelden maar enkele patriciërs neiging tot het stichten van
weidsche woningen. Toch ontbreken de voorbeelden van de stijlen Lodewijk XV en
Lodewijk XVI niet. Haarlem bezit vooral nog verscheidene prachtige huisdeuren, in dien
tijd uitgevoerd. Uit het begin der 19de eeuw is het tegenwoordige huis van den Commissaris
der Koningin aan de Nieuwe Gracht afkomstig, dat in 1817 door den Amsterdamschen
bouwmeester Abraham van der Hart werd ontworpen.

Eindelijk moet nog vermeld worden het Paviljoen in den Hout, dat in het laatst
der 18de eeuw door den Amsterdamschen bankier Hope werd gebouwd en dat later het
paleis van Koning Lodewijk Napoleon geweest is. Met zijn terras en zijn sierlijke Itali-
aansche bouwvormen maakt het een prachtigen indruk. Het gebouw heeft iets monumentaals
en behoort tot de beste van dien tijd.

HET KASTEEL BREDERODE.

In zijn tegenwoordigen staat dagteekent het kasteel Brederode waarschijnlijk uit het
laatst der dertiende eeuw. Het werd, evenals vele andere, toen gesticht, aan den voet der
duinen opgetrokken, en niet, zooals de kasteelen van andere landen, op een hoogte geplaatst.
De reden dier plaatsing was de noodzakelijkheid, om het gebouw door een natte gracht
te omringen.

Evenals andere kasteelen van dien tijd heeft dat van Brederode een vierkanten
plattegrond. Twee der zijden van het vierkant worden gevormd door de vleugels van het
eigenlijke gebouw, de twee andere door de zware muren, welke het slotplein begrenzen.
Drie der hoeken zijn van vierkante, uitspringende torens voorzien; op den vierden hoek,
aan het slotplein, is een ronde toren geplaatst. Ook boven de voorpoort verhief zich een
toren, die met den daartegen geplaatste vleugel aan het kasteel verheeld was.

Sedert 1877 zijn aan het gebouw vele herstellingen verricht. Hoe het zich vertoonde,
eer die werkzaamheden werden uitgevoerd zegt ons J. Craandijk, in zijn »Wandelingen
door Nederland”, welke in 1878 bij H. D. Tjeenk Willink te Haarlem verschenen.

»Jaren lang is de trotsche bouwval nagenoeg onveranderd gebleven. De afbeeldingen
uit het begin der achttiende eeuw geven ons niets meer te aanschouwen, dan wat onze
eigen oogen zagen, een met gras en struiken begroeiden heuvel en daarnevens een drietal
goed bewaarde brokstukken. Het middenste en voornaamste was de groote toren, waaraan
een andere toren met den ouden poortboog was verbonden. Daarvoor lag de voorpoort,
en het meest naar den kant van Velzerend stond een vierkante toren, die in de wandeling
de kapel werd genoemd. Zoo hebben wij jaren lang den bouwval gekend, terwijl wij de
uitgesleten trappen beklommen en van den breeden muur daar hoog in de lucht het oog
lieten weiden over het heerlijk landschap om ons heen.”

Sedert werden de grachten ontgraven, hinderlijk puin weggeruimd en de bruggen

151
 
Annotationen