Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Hinweis: Ihre bisherige Sitzung ist abgelaufen. Sie arbeiten in einer neuen Sitzung weiter.
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 6.1913

DOI Heft:
Nr. 4-5
DOI Artikel:
Overvoorde, J. C.: Rede van den voorzitter Mr. Dr. J. C. Overvoorde bij de opening van de jaarvergadering
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19802#0175

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
REDE VAN DEN VOORZITTER Mr. Dr. J. C. OVERVOORDE BIJ DE
OPENING VAN DE JAARVERGADERING.

Dames en Heeren !

Uit naam van het Bestuur van den Bond heet ik U allen welkom in de oude
Spaarne-stad, waar gij morgen onder de kundige leiding van het bestuur der Vereeniging
Haerlem het vele schoone en belangrijke op oudheidkundig gebied zult bewonderen, dat
de hoofdstad van Kennemerland den belangstellenden bezoeker zoo ruimschoots aanbiedt.
Deze dag is aan den ernst gewijd; moeilijke vraagstukken zullen het onderwerp der
besprekingen uitmaken en het verheugt ons, dat zoovelen hierbij door hunne aanwezig-
heid blijk geven van hunne belangstelling.

Sinds wij vergaderden in het schilderachtige Poptaslot te Marssum heeft de Bond
zijne werkzaamheid ontplooid op velerlei gebied, waarover het verslag van den Secretaris
U weldra een overzicht zal geven. Ik wil thans slechts een kort oogenblik Uwe aan-
dacht vragen voor de algemeene gebeurtenissen op oudheidkundig gebied.

Er heerschte over het algemeen een opgewekt leven en op de groote veilingen
werd ook voor binnenlandsche rekening veel gekocht. Speciaal mag hierbij gewezen
worden op de aankoopen op de bekende veiling van Rembrandt-teekeningen bij Fred. Muller
en op de activiteit, die ontwikkeld werd bij de veiling der collectie Steengracht te Parijs, waar-
door een belangrijk deel der voornaamste schilderijen voor het land kon behouden blijven.

De verslagen der musea en vereenigingen zijn over het algemeen bevredigend en
wijzen op een toename van het aantal bezoekers, waarbij echter is rekening te houden
met de slechte weersgesteldheid, die velen in de Musea een schuilplaats deed zoeken.

Ernstig werden de pogingen voortgezet om een Openlucht-museum te vestigen,
te Utrecht naderen de plannen om een centraal museum te stichten hunne oplossing, te
Haarlem richtte de firma Enschedé een Hollandsch Plantijn-museum op, te Deventer is
een nieuw Museum in wording en in Haarlem zelf werd nog slechts enkele weken geleden
het nieuwe Museum geopend, waardoor deze gemeente op onbekrompen wijze een tempel
bouwde voor de beroemde werken van den grooten Haarlemschen meester. Het vorstelijk
geschenk van de familie Drucker mag hier ook niet onvermeld blijven, al betreft dit
alleen moderne kunst, doch ook deze kostbare verzameling van de groote meesters van
het nieuwe bloeitijdperk onzer nationale schilderschool zal later gerekend worden onder
de monumenten van groote nationale beteekenis.

De strijd, die in architektenkringen ontbrandde over de verminking van het
Rijksmuseum, een monument van blijvende bouwkundige waarde, vond evenzeer weer-
klank in onze kringen en heeft ook medegewerkt tot waardeering voor onzen strijd
tot behoud der oude monumenten. De belangstelling hiervoor neemt toe en al werd
te vergeefs getracht voor de verbouwing van het complex van het Ministerie van Binnen-
landsche zaken eene betere oplossing te verkrijgen, bij andere monumenten werd door
den Bond en aanverwante vereenigingen althans voorloopig het dreigend gevaar afgewend.

164
 
Annotationen