Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Hinweis: Ihre bisherige Sitzung ist abgelaufen. Sie arbeiten in einer neuen Sitzung weiter.
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 6.1913

DOI Heft:
Nr. 4-5
DOI Artikel:
Jonge, Caroline Henriette de: Tentoonstelling van Noord - Nederlandsche schilder- en Beeldhouwkunst vóór 1575, gehouden te Utrecht, september 1913
DOI Artikel:
Peelen, Jacobus C. J.: De national Tentoonstellung van Oude kerkelijke kunst te 'S - Hertogenbusch
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19802#0215

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
stuk te zien was: noch het votiefschilderij voor Hendrik van Rhijn uit Antwerpen, noch
andere dergelijke werken. Voorts zou men gaarne de groote vleugels van Geertgen uit
Weenen, enkele werken van Bosch uit Spanje hebben gezien. Maar men heeft zelfs geen
pogingen kunnen doen in die richting. De finantieele krachten verdroegen geen al te
grooten last, noch de voorbereidingstijd liet het toe, en er moet ten slotte toch ook iets
voor later te wenschen overblijven.

Utrecht, October 1913. C. H. DE JONGE.

DE NATIONALE TENTOONSTELLING VAN OUDE KERKELIJKE KUNST

TE ’S-HERTOGENBOSCH.

De Nationale Tentoonstelling van oude kerkelijke kunst, die van Juni tot September
1913 in ’s-Hertogenbosch gehouden werd, was van bijzondere beteekenis, omdat voor
het eerst ]) talrijke kunstschatten, die zich in Nederlandsche kerken bevinden en slechts
aan enkelen bekend waren tot eene expositie bijeen zijn gebracht. Alle gezindten toch,
zoowel Katholieken, Oud-Katholieken als Protestanten en Israëlieten werkten mede en
stonden vele stukken van waarde af. Deze kunstwerken, uit kapellen en sacristieën te
voorschijn gehaald, kwamen in het heldere licht eerst ten volle tot hun recht en leverden
prachtig materiaal tot vergelijking en studie.

De grootste ruimte der tentoonstelling werd in beslag genomen door de voorwerpen
van den Katholieken-eeredienst; de andere afdeelingen, die der Oud-Katholieken, Prote-
stanten en Israëlieten, waren kleiner van omvang, doch niettemin zeer interressant.

Daar de tentoonstelling haar belang voornamelijk ontleende aan de voorwerpen
van kunstnijverheid wenschen wij ons in hoofdzaak tot de bespreking van die afdeeling
te bepalen, te meer daar de voornaamste schilderijen en beeldhouwwerken ook te Utrecht
zijn geëxposeerd en naar aanleiding van die tentoonstelling reeds beschreven werden.

De rubriek der goud-, zilver- en koperwerken was een der belangrijkste, omdat er,
van de 11de en 12de eeuw tot en met de 18de eeuw uitstekende specimina te zien waren,
waarin men duidelijk de ontwikkeling van stijl en ornament kon bestudeeren. Bovendien
waren er enkele nog vroegere stukken, die in de eerste plaats vermeld moeten worden.

Het oudste kunstwerk op de tentoonstelling was de bekende Lebuinuskelk uit
Deventer, waarvan de ivoren beker uit den laat Romeinschen tijd, de zilveren montuur
uit de 16de eeuw dagteekent.

Naast dit voorwerp is het wenschelijk het reliekdoosje uit het Aartsbisschoppelijk-
museum te Utrecht te plaatsen, vermoedelijk uit de 7de of 8ste eeuw, een zeldzaam
voorbeeld van de z.g.n. verroterie, een techniek die later door het email champlevé werd
verdrongen. De versiering met email, zoowel champlevé, cloisonné als translucide, in de 1

1) Wel was op de kunstnijverheidtentoonstelling te Dordrecht in 1897 en later in den Rotterdamschen
kunstkring eene afdeeling »kerkelijke kunst”; eene geheele tentoonstelling uitsluitend aan deze kunst
gewijd, werd voor het eerst dezen zomer tot stand gebracht.

204
 
Annotationen