DOI Heft:
Inhoudsopgave
DOI Artikel:Rooseboom, Matthijs P.: Plaatselijke Musea, [3]
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.19803#0042
□ PLAATSELIJKE MUSEA. - III. □
* * $
Bij vrij goede opkomst en met zeer veel opgewektheid werd op 14 Februari te
Amsterdam eene derde, en tevens laatste, door de Commissie geformuleerde serie stellingen
in eene algemeene Bonds-vergadering behandeld. Deze stellingen werden den leden afzonderlijk
toegezonden, daar het te laat was om ze nog bijtijds in het Bulletin te doen verschijnen,
terwijl tevens gelegenheid werd gegeven om amendementen bij den Secretaris in te dienen,
waarvan door twee leden gebruik werd gemaakt. Evenals bij de twee vorige serieën
geschiedde, volgt hier een overzicht van de gevoerde besprekingen en de verkregen
resultaten, terwijl als bijlage volgen de aangenomen stellingen, met aanduiding van de
wijzigingen die zij ondergingen.
Allereerst was aan de beurt een zestal stellingen, reeds vroeger ingediend, doch
nu opnieuw geredigeerd in verband met de daarop reeds ingekomen amendementen, en
nog betrekking hebbende op de inrichting der plaatselijke musea.
Bij stelling 29 (28), loopende over de vraag welke voorwerpen tentoongesteld
moeten worden, werd zoowel door Mr. Overvoorde als door Dr. van Gelder een aanval
gedaan op het woordje «werkelijk”, als zijnde overbodig. Dr. Hofstede de Groot is voor
het behoud, op grond dat hier eene versterking noodig is. Zijn voorstel tot behoud wordt
echter niet gesteund, zoodat «werkelijk” komt te vervallen. De 2de alinea van deze stelling:
»Ook een keuze uit de topographische en historische atlassen is als doorloopende tentoon-
stelling gewenscht”, waarop een amendement van Dr. van Gelder was ingekomen om te
lezen «keuze-tentoonstelling” en het woord «doorloopende” te schrappen, bracht eene
levendige discussie teweeg. De Commissie bij monde van haren Voorzitter Mr. S. Muller
en van Dr. Hofstede de Groot, kan zich met dit voorstel absoluut niet vereenigen, evenmin
als met dat van Mr. Overvoorde om «doorloopende” te doen vervallen. Van verschillende
zijden wordt, uit practisch oogpunt, bezwaar gemaakt tegen doorloopende — dat zijn:
tentoonstellingen zonder tusschenpoozen. Dr. Veth wijst er echter op dat er staat gewenscht,
terwijl «doorloopend” volstrekt niet beteekent «onafgebroken”. Dr. Hofstede de Groot
merkt op, dat de Heeren te veel op den tegenwoordigen toestand zien, die niet goed is.
Deze stelling drukt een desideratum uit. Mr. Muller antwoordt, dat het der Commissie te
doen is om de atlas op gelijken voet behandeld te zien als de andere museum-voorwerpen.
3
29
* * $
Bij vrij goede opkomst en met zeer veel opgewektheid werd op 14 Februari te
Amsterdam eene derde, en tevens laatste, door de Commissie geformuleerde serie stellingen
in eene algemeene Bonds-vergadering behandeld. Deze stellingen werden den leden afzonderlijk
toegezonden, daar het te laat was om ze nog bijtijds in het Bulletin te doen verschijnen,
terwijl tevens gelegenheid werd gegeven om amendementen bij den Secretaris in te dienen,
waarvan door twee leden gebruik werd gemaakt. Evenals bij de twee vorige serieën
geschiedde, volgt hier een overzicht van de gevoerde besprekingen en de verkregen
resultaten, terwijl als bijlage volgen de aangenomen stellingen, met aanduiding van de
wijzigingen die zij ondergingen.
Allereerst was aan de beurt een zestal stellingen, reeds vroeger ingediend, doch
nu opnieuw geredigeerd in verband met de daarop reeds ingekomen amendementen, en
nog betrekking hebbende op de inrichting der plaatselijke musea.
Bij stelling 29 (28), loopende over de vraag welke voorwerpen tentoongesteld
moeten worden, werd zoowel door Mr. Overvoorde als door Dr. van Gelder een aanval
gedaan op het woordje «werkelijk”, als zijnde overbodig. Dr. Hofstede de Groot is voor
het behoud, op grond dat hier eene versterking noodig is. Zijn voorstel tot behoud wordt
echter niet gesteund, zoodat «werkelijk” komt te vervallen. De 2de alinea van deze stelling:
»Ook een keuze uit de topographische en historische atlassen is als doorloopende tentoon-
stelling gewenscht”, waarop een amendement van Dr. van Gelder was ingekomen om te
lezen «keuze-tentoonstelling” en het woord «doorloopende” te schrappen, bracht eene
levendige discussie teweeg. De Commissie bij monde van haren Voorzitter Mr. S. Muller
en van Dr. Hofstede de Groot, kan zich met dit voorstel absoluut niet vereenigen, evenmin
als met dat van Mr. Overvoorde om «doorloopende” te doen vervallen. Van verschillende
zijden wordt, uit practisch oogpunt, bezwaar gemaakt tegen doorloopende — dat zijn:
tentoonstellingen zonder tusschenpoozen. Dr. Veth wijst er echter op dat er staat gewenscht,
terwijl «doorloopend” volstrekt niet beteekent «onafgebroken”. Dr. Hofstede de Groot
merkt op, dat de Heeren te veel op den tegenwoordigen toestand zien, die niet goed is.
Deze stelling drukt een desideratum uit. Mr. Muller antwoordt, dat het der Commissie te
doen is om de atlas op gelijken voet behandeld te zien als de andere museum-voorwerpen.
3
29