Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 7.1914

DOI Heft:
Inhoudsopgave
DOI Artikel:
Ligtenberg, Raphael: De grafmonumenten in de Groote Kerk te Breda
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19803#0144
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
en de kerk bleef sinds dien onder het beheer der Protestanten. Toen kwamen in 1791
de Franschen, die twintig jaren in de gelegenheid bleven om al wat in de kerk hun zin
voor broederschap en gelijkheid hinderde, met min of meer piëteit weg te ruimen. Eindelijk,
in 1813, waren de kozakken meester in de stad.

Ondanks dat alles, geven ons de resten de hoofdpunten aan der lijn, waarlangs
zich de grafplastiek in de oude Baronie ontwikkeld heeft van het eind der 14de tot het
midden der 16de eeuw.

DE GRAFMONUMENTEN DER HEEREN VAN POLANEN IN DE GROOTE KERK TE BREDA ').

I.

In de eerste travee van den kooromgang, aan de noordzijde, staat tegen een nis Plaats,
van den afsluitingswand van koor en kooromgang het grafmonument van Jan I van Polanen
en zijn beide eerste echtgenooten, Oda van Hoorn en Machteld van Rotselaer.

Deze Jan van Polanen en Van der Lecq had in 1330 het erfelijk bezit van stad Personalia,
en land van Breda gekocht van den hertog van Brabant en was de eerste heer van Breda
uit zijn geslacht. Achtereenvolgens huwde hij met Oede van Hoorne, die in 1353, met
Machteld van Rotselaer, die in 1366 overleed, en met Margaretha van der Lippe, wier
sterfjaar ik niet vermeld vind. Jan zelf overleed, volgens Van Goor, in 1384; volgens
Roest van Limburg in 1377 3).

Het geheel, in zijn tegenwoordigen toestand (zie fïg. 1), heeft den vorm van een Beschrijving
rechthoekige sarcofaag, die met ééne lange zijde tegen den wand eener nis is geschoven, en
aan de drie andere zijden vrij staat. Het rust ongeveer 15 c.M. boven de vloer der kerk op
een gemetseld verhoog, en bestaat uit een tombe met wanden van kalksteen en voetlijst en
dekplaat van leisteen. Op de dekplaat liggen, ieder onder een baldakijn en met de voeten
oostwaarts, de beeltenissen der drie overledenen, de man in het midden. — Boven de
tombe is in den niswand een rechthoekig kalksteenen relief ingemetseld.

Boven de 10 c.M. hooge voetlijst, geprofileerd als de gothische zuilenbasis, verheffen B.
zich loodrecht de wanden der tombe, 55 c.M. hoog. De voorzijde vertoont tusschen twee
hoekpijlers, een rij van zeven nissen, drie smallere te weerszijden eener breedere dubbelnis,
waarvan de vijf middelste met reliefs zijn gevuld. Deze nissen worden gevormd: door
een trapeziumvormig grondvlak, dat zacht hellend naar de voetlijst afloopt; — twee stijlen,

1) Literatuur. Jan Kalf: »De monumenten van Geschied, en Kunst in de provincie Noord-
Brabant.” I: de voormalige Baronie van Breda, 1912.

Th. van Goor: «Beschrijving der Stadt en Lande van Breda”, 1744.

Th. M. Roest van Limburg: «Het Kasteel van Breda”, 1904.

]. Gramaye: «Antiquitates Bredanae”, 1708.

J. Leroy: «Grand Théatre Sacré du Duché de Brabant” 1729 en «Notitia Marchionatus S.R.I.” 1671.

2) Van Goor hl. 80. — R. v. L. bl. 14 steunt op Obreens: «Geschied, v. h. Geslacht v. Wassenaar”
bl. 186. — Hoynck v. Papendrecht geeft als sterfjaar 1378; aan diens «Necrologium” (Anal. Belg. Tom. III,
pars 1, p.p. 331, s.s.) zijn ook de sterfdata der beide vrouwen ontleend. — Machteld heet bij R. v. L. Else;
volgens hem is ook de derde echtgenoote onder den «praalsteen” begraven.

131
 
Annotationen