DOI Heft:
Inhoudsopgave
DOI Artikel:Martin, Wilhelm: De nieuwe catalogus van het Mauritshuis, [2]: Repliek
DOI Artikel:Boekbesprekingen
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.19803#0162
verlaging en dus minder omvangrijke catalogi, die, telkens na eenige jaren opnieuw
verschijnend, behalve de beschrijvingen slechts de wetenschappelijke resultaten op bio-
grafisch en stijlcritisch gebied geven in uiterst beknopten vorm, verder verwijzend naar
de literatuur. Voorts zou de herkomst van elk stuk slechts zeer kort moeten worden
vermeld. De literatuur kan, zoo men wil gecentraliseerd worden door het jaarlijks in
een uitgave vereenigen van die notities betreffende kunstenaars en kunstwerken in het
Museum, welke voor kunsthistorici van belang zijn. Deze uitgave zou bij wijze van
museumbulletin verkrijgbaar kunnen worden gesteld, als aanvulling op den catalogus. —
Wie meer wil weten kan zich dan tot de Directie wenden en desgewenscht haar gegevens
in de bibliotheek van het Museum raadplegen. Eindelijk zouden de prent- en fotografie-
vermeldingen in den catalogus op een minimum teruggebracht moeten worden, hoewel de
Directie natuurlijk daarvan behoorlijk bijgehouden lijsten moet bezitten.
Een aldus besnoeide catalogus zou eindelijk nog door bekorting der beschrijvingen
veel aan leesbaarheid kunnen winnen, terwijl aan die beschrijvingen voorts leven zou
moeten worden ingeblazen door esthetisch karakteriseerende opmerkingen, die thans vrijwel
geheel ontbreken. Ik maak mij sterk, dat op deze wijze iets te bereiken valt, dat frisscher
is en veelziidiger en wetenschappelijk niet minder bruikbaar.
W. MARTIN.
G ■..BiS - -- ' - ■
n BOEKBESPREKINGEN. o
* * *
Wij ontvingen ter aankondiging: . D. S. van Zuiden, De Hoogduitsche Joden in
’s-Gravenhage van af hunne komst tot op heden. Drukkerij Levisson, 1913.
De schrijver behandelt uitvoerig de geschiedenis der Joodsche gemeente en van
de verschillende vereenigingen en stichtingen, welke te ’s-Gravenhage daarmede in verband
staan. Een afzonderlijk hoofdstuk is door den Heer S. Seeligman hieraan toegevoegd over
het geestelijk leven en de Hebreeuwsche typographie in Den Haag. De eerste bijeenkomsten
der Joden werden gehouden ten huize van Abraham Boas in de sint Jacobstraat en in
1720 werd aan de Voldersgracht de eerste synagoge gesticht, die in 1724 gereed kwam
en tot 1844 dienst deed, toen de tegenwoordige synagoge werd geopend, waarnaast in
1878 eene tweede synagoge werd gesticht.
Uit de oude synagoge werden overgebracht de Arke, waarvan het bovenstuk in
1739 werd geschonken, de koperen kronen, afkomstig van de Portugeesche synagoge,
eenige oude wetsrollen, vazen en koperen armen. De verdere meubileering en de voor-
hangen dateeren uit 1844.
Het boekwerk is met zorg gedrukt en versierd met afbeeldingen van synagoge
en begraafplaats en met de portretten van een aantal parnassijns en bekende leden der
Haagsche gemeente.
149
verschijnend, behalve de beschrijvingen slechts de wetenschappelijke resultaten op bio-
grafisch en stijlcritisch gebied geven in uiterst beknopten vorm, verder verwijzend naar
de literatuur. Voorts zou de herkomst van elk stuk slechts zeer kort moeten worden
vermeld. De literatuur kan, zoo men wil gecentraliseerd worden door het jaarlijks in
een uitgave vereenigen van die notities betreffende kunstenaars en kunstwerken in het
Museum, welke voor kunsthistorici van belang zijn. Deze uitgave zou bij wijze van
museumbulletin verkrijgbaar kunnen worden gesteld, als aanvulling op den catalogus. —
Wie meer wil weten kan zich dan tot de Directie wenden en desgewenscht haar gegevens
in de bibliotheek van het Museum raadplegen. Eindelijk zouden de prent- en fotografie-
vermeldingen in den catalogus op een minimum teruggebracht moeten worden, hoewel de
Directie natuurlijk daarvan behoorlijk bijgehouden lijsten moet bezitten.
Een aldus besnoeide catalogus zou eindelijk nog door bekorting der beschrijvingen
veel aan leesbaarheid kunnen winnen, terwijl aan die beschrijvingen voorts leven zou
moeten worden ingeblazen door esthetisch karakteriseerende opmerkingen, die thans vrijwel
geheel ontbreken. Ik maak mij sterk, dat op deze wijze iets te bereiken valt, dat frisscher
is en veelziidiger en wetenschappelijk niet minder bruikbaar.
W. MARTIN.
G ■..BiS - -- ' - ■
n BOEKBESPREKINGEN. o
* * *
Wij ontvingen ter aankondiging: . D. S. van Zuiden, De Hoogduitsche Joden in
’s-Gravenhage van af hunne komst tot op heden. Drukkerij Levisson, 1913.
De schrijver behandelt uitvoerig de geschiedenis der Joodsche gemeente en van
de verschillende vereenigingen en stichtingen, welke te ’s-Gravenhage daarmede in verband
staan. Een afzonderlijk hoofdstuk is door den Heer S. Seeligman hieraan toegevoegd over
het geestelijk leven en de Hebreeuwsche typographie in Den Haag. De eerste bijeenkomsten
der Joden werden gehouden ten huize van Abraham Boas in de sint Jacobstraat en in
1720 werd aan de Voldersgracht de eerste synagoge gesticht, die in 1724 gereed kwam
en tot 1844 dienst deed, toen de tegenwoordige synagoge werd geopend, waarnaast in
1878 eene tweede synagoge werd gesticht.
Uit de oude synagoge werden overgebracht de Arke, waarvan het bovenstuk in
1739 werd geschonken, de koperen kronen, afkomstig van de Portugeesche synagoge,
eenige oude wetsrollen, vazen en koperen armen. De verdere meubileering en de voor-
hangen dateeren uit 1844.
Het boekwerk is met zorg gedrukt en versierd met afbeeldingen van synagoge
en begraafplaats en met de portretten van een aantal parnassijns en bekende leden der
Haagsche gemeente.
149