DOI Heft:
Inhoudsopgave
DOI Artikel:Hoogewerff, Godefridus J.: Een nederlandsch "Monument" te Rome (Villa Borghese) en zijn bouwmeester, Jan van Santen
DOI Artikel:Rooseboom, Matthijs P.: Jaarvergadering te Breda 23 - 26 Juni 1914
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.19803#0242
Oude proza-beschrijvingen zijn er van de villa eveneens drie:
Menilli, »Villa Borghese” (Roma 1640), door den Leidschen hoogleeraar Sigebertus
Avercampius (J- 1742) in het Latijn
vertaald: «Jacobi Menilli .... des-
criptio villae Burghesiae latine ex
italicis vexit. . . .” (Lugduni Bata-
vorum 1723). De vertaling ge-
schiedde voor den toenmaals ver-
schijnenden «Thesaurus rerum itali-
carum”.
De tweede proza-beschrijving is
die van Pietro Sebastiani, «Viaggio
curioso de’ palazzi e ville piü nota-
bili di Roma” (1683).
De derde is uitgegeven door
Montelatici, «Villa Borghese fuori
di Poria Pinciana” (Roma 1700).
Afb. 11. Een der oude fonteinen in de nabijheid van het
«Casino”, behoorende tot den oorspronkelijken aanleg.
Eenige latere litteratuur betreft meer de verzamelingen, die in het gebouw zijn
ondergebracht, dan de villa zelf.
Rome, Juli 1914. G. J. HOOGEWERFF.
JAARVERGADERING TE BREDA 23-26 JUNI 1914.
Dit jaar was Breda het punt van vereeniging en zoo verzamelden wij ons des
Dinsdagsavonds op het Stadhuis, waar wij behalve door den Burgemeester, den Heer
van Lanschot en Raadsleden, door het Comité van Ontvangst, bestaande uit de H.H.
Mr. M. Tydeman Jr., voorzitter, Dr. Corstens, A. Verschraage, Mr. Ch. Sassen van
Vlierden, Jhr. Mr. A. Reigersman en J. A. van Dongen, secretaris, opgewacht werden.
Na de gebruikelijke begroetingen en voorstellingen richtte de Burgemeester een woord
van welkom tot den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond, wiens komst hem ver-
heugde en aan wien hij een gulle ontvangst van de zijde der Bredasche bevolking
verzekerde. Spreker betreurde het dat door vorige geslachten zooveel schoons vernield
of bedorven was, doch wees er op hoe nu in onzen tijd alles gedaan wordt om datgene
wat er nog over is te behouden en te beschermen. Als voorbeeld noemde hij de kerk,
aan welker herstelling Cuypers en de familie Nieuwkerken gewerkt hebben, of nog werken.
Nadat de eerewijn was rondgediend, dankte de voorzitter den Burgemeester voor
zijne hartelijke woorden, en verklaarde ervan verzekerd te zijn dat de Bond aangename en
leerrijke dagen te Breda zou doorbrengen, ook dank zij al de moeite en maatregelen genomen
door het Comité van ontvangst en meer speciaal door de Heeren Tydeman en van Dongen.
229
Menilli, »Villa Borghese” (Roma 1640), door den Leidschen hoogleeraar Sigebertus
Avercampius (J- 1742) in het Latijn
vertaald: «Jacobi Menilli .... des-
criptio villae Burghesiae latine ex
italicis vexit. . . .” (Lugduni Bata-
vorum 1723). De vertaling ge-
schiedde voor den toenmaals ver-
schijnenden «Thesaurus rerum itali-
carum”.
De tweede proza-beschrijving is
die van Pietro Sebastiani, «Viaggio
curioso de’ palazzi e ville piü nota-
bili di Roma” (1683).
De derde is uitgegeven door
Montelatici, «Villa Borghese fuori
di Poria Pinciana” (Roma 1700).
Afb. 11. Een der oude fonteinen in de nabijheid van het
«Casino”, behoorende tot den oorspronkelijken aanleg.
Eenige latere litteratuur betreft meer de verzamelingen, die in het gebouw zijn
ondergebracht, dan de villa zelf.
Rome, Juli 1914. G. J. HOOGEWERFF.
JAARVERGADERING TE BREDA 23-26 JUNI 1914.
Dit jaar was Breda het punt van vereeniging en zoo verzamelden wij ons des
Dinsdagsavonds op het Stadhuis, waar wij behalve door den Burgemeester, den Heer
van Lanschot en Raadsleden, door het Comité van Ontvangst, bestaande uit de H.H.
Mr. M. Tydeman Jr., voorzitter, Dr. Corstens, A. Verschraage, Mr. Ch. Sassen van
Vlierden, Jhr. Mr. A. Reigersman en J. A. van Dongen, secretaris, opgewacht werden.
Na de gebruikelijke begroetingen en voorstellingen richtte de Burgemeester een woord
van welkom tot den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond, wiens komst hem ver-
heugde en aan wien hij een gulle ontvangst van de zijde der Bredasche bevolking
verzekerde. Spreker betreurde het dat door vorige geslachten zooveel schoons vernield
of bedorven was, doch wees er op hoe nu in onzen tijd alles gedaan wordt om datgene
wat er nog over is te behouden en te beschermen. Als voorbeeld noemde hij de kerk,
aan welker herstelling Cuypers en de familie Nieuwkerken gewerkt hebben, of nog werken.
Nadat de eerewijn was rondgediend, dankte de voorzitter den Burgemeester voor
zijne hartelijke woorden, en verklaarde ervan verzekerd te zijn dat de Bond aangename en
leerrijke dagen te Breda zou doorbrengen, ook dank zij al de moeite en maatregelen genomen
door het Comité van ontvangst en meer speciaal door de Heeren Tydeman en van Dongen.
229