Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Hinweis: Ihre bisherige Sitzung ist abgelaufen. Sie arbeiten in einer neuen Sitzung weiter.
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 7.1914

DOI Heft:
Inhoudsopgave
DOI Artikel:
Rooseboom, Matthijs P.: Jaarverslag: van den secretaris
DOI Artikel:
Rooseboom, Matthijs P.: Bericht aan de leden en correspondeerende leden
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19803#0252

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
gebouw is echter nog niet verzekerd. Meer gunstig gevolg had een adres aan B. en W.
van Maastricht, in April, betreffende de dreigende slooping van het vroegere militair
wachthuisje, gelegen ten Z. O. van het priesterchoor der O. L. Vrouwe Kerk. Niet alleen
dat dit gebouwtje behouden bleef, doch wij mochten de voldoening smaken dat in een
schrijven van B. en W. van Maastricht, van 1 Mei, waarin dit behoud wordt mede-

gedeeld, tevens vermeld wordt dat »Uwe steun in den vorm van een warm pleidooi
voor het behoud zeer veel heeft bijgedragen tot de genomen beslissing, weshalve wij
U verzoeken onzen dank te aanvaarden voor de door U in deze verleende steun en

getoonde belangstelling”. Een dergelijk bedankje behoort zeker wel tot de zeldzaamheden
in de annalen van onzen Bond, aangezien ons optreden vaak meer als lastige bemoeiing
en dwarsbooming in het volvoeren van snoode plannen wordt beschouwd.

Na dit succes mag den leden en vooral den leden uit de provincie, zeker nog
wel eens op het hart gedrukt worden, om toch vooral het Bestuur tijdig op de hoogte
te houden van dreigende sloopingen, of grootere veranderingen in oude monumenten en
belangrijke gebouwen, zoodat ons niets ontsnappe wat door tijdige actie onzerzijds
misschien had kunnen voorkomen worden.

Ten slotte rest mij nog eene aangename taak. Op de laatste jaarvergadering
werd bij acclamatie besloten aan Jhr. Mr. V. E. L. de Stuers ter gelegenheid van zijn

zeventigsten geboortedag het eerelidmaatschap van den Bond aan te bieden. Hiervan

werd eene oorkonde opgemaakt op perkament, in passende bewoordingen en verlucht
met vignetten van vier der voornaamste gebouwen, wier behoud wij aan onzen dapperen
voorvechter te danken hebben. Bij ontstentenis door ziekte van den jubilaris, werd deze
oorkonde gedeponeerd in handen van Jhr. de Stuers uit Parijs. Eenigen tijd daarna
ontvingen wij een schrijven van diens broeder Jhr. de Stuers waarin hij zijn erkentelijkheid
uitsprak, zoowel voor zijne benoeming tot Eerelid van den Nederlandschen Oudheid-
kundigen Bond, als voor de oorkonde, en ons tevens opdroeg »aan den Bond de
betuiging van mijne dankbaarheid te willen overbrengen”, hetgeen ik bij deze de eer
heb te doen.

Dr. M. P. ROOSEBOOM.

BERICHT AAN DE LEDEN EN CORRESPONDEERENDE LEDEN.

Met het oog op de nieuwe ledenlijst zoude het mij aangenaam zijn van alle
adresveranderingen in het afgeloopen jaar op de hoogte te worden gebracht. Naar aan-
leiding van art. 3 van het Huishoudelijk Reglement houd ik mij aanbevolen voor voor-
drachten van nieuw te benoemen leden en correspondeerende leden.

Correspondeerende leden, die op grond van Art. 3 der Statuten aanspraak kunnen
maken op gewoon lidmaatschap, en zulks wenschen te doen, worden verzocht hiervan
kennis te geven.

Dr. M. P. ROOSEBOOM, Secretaris.

125 Laan v. N. O. Indië. Den Haag.

239
 
Annotationen