Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Hinweis: Ihre bisherige Sitzung ist abgelaufen. Sie arbeiten in einer neuen Sitzung weiter.
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 8.1915

DOI Heft:
Nr. 1
DOI Artikel:
Martin, H.: Romeinsche pottenbakkersovens te Heerlen
DOI Artikel:
Haslinghuis, Edward Johannes: Nieuwe monumentenwette in Engeland en Frankrijk: Frankrijk
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19804#0067

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
5. Prof. W. Goossens en Dr. M. A. Evelein. Eene Romeinsche pottenbakkerij te Heerlen.

Op blz. 71 van: Oudheidkundige mededeelingen van het Rijks Museum van
Oudheden. III.

6. Ludowici. Römische Töpfer in Rheinzabem.

7. Corpus Inscriptionum Latinarum.

8. Koenen. Gefaszkunde.

9. Dr. J. H. Holwerda. Nederlands vroegste beschaving.

10. Annalen des Vereins für Nassauische Altertumskunde und Geschichtsforschung.

34er Band 1904.

11. Der Obergermanisch-Raetische Limes des Römerreiches. Lieferung 24.

12. Der Obergermanisch-Raetische Limes des Römerreiches. Lieferung 31.

■-- --■■■ ■

NIEUWE MONUMENTENWETTEN IN ENGELAND EN FRANKRIJK.

II. FRANKRIJK.

De Fransche wet van 30 Maart 1887 heeft in de 25 jaar van haar bestaan een
aantal belangrijke aanvullingen ondergaan. Daar kwam, om te beginnen, de wet van 1905
op de scheiding van Kerk en Staat, welke het noodzakelijk maakte om haastig bepalingen
ten opzichte van de nog niet geclasseerde, aan kerkfabrieken toebehoorende goederen vast
te stellen. Er werd een voorloopige classeering van deze zaken voorgeschreven, welke
in drie jaren door een definitieve gevolgd moest worden (sindsdien is de termijn echter
tweemaal verlengd). Tevens werden de reeds geclasseerde kerkelijke voorwerpen welke
onder de groep »immeubles par destination" vielen, onvervreemdbaar en voor verjaring
onvatbaar verklaard, zooals het in 1887 met de aan den Staat toebehoorende geschied was.

Daarop volgde in 1909 een wetje van slechts vijf artikelen, doch van zeer gewichtigen
inhoud. Hierbij werd toch bepaald, dat ook roerende zaken in particulier eigendom (juister:
in niet-publiek eigendom) voor classeering in aanmerking konden komen, terwijl de uitvoer
van elk monument en van elk geclasseerd voorwerp verboden werd.

Ten slotte stelde in 1912, na den geruchtmakenden verkoop van het reliek-hoofd
van St. Maarten, een wet, bestaande uit niet meer dan één artikel, preventieve maat-
regelen vast: als een geclasseerd voorwerp in het bezit van een departement, gemeente,
of openbare instelling gevaar loopt en de »collectivité propriétaire" niet geneigd blijkt
onmiddellijk hierin te voorzien, kan de minister de noodige maatregelen ter bescherming
nemen en zelfs het bedreigde voorwerp laten overbrengen naar de schatkamer van een
cathedraal of naar een departementaal of gemeentelijk museum, zooveel mogelijk in de
nabijheid van de oorspronkelijke bewaarplaats gelegen. Binnen drie maanden na deze
voorloopige overbrenging zal een commissie, bestaande uit eenige administratieve ambte-
naren en eenige deskundigen, uitspraak doen over »les conditions nécessaires pour la
garde et la conservation de 1'objet dans son emplacement primitif." De eigenaars kunnen

51
 
Annotationen