Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Hinweis: Ihre bisherige Sitzung ist abgelaufen. Sie arbeiten in einer neuen Sitzung weiter.
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 9.1916

DOI Heft:
[Nr. 5]
DOI Artikel:
Nijland, M. C.: Oude klokken te Sneek
DOI Artikel:
Enschedé, Jan W.: Het geslacht Burgerhuys, klok- en geschutgierters te Middelburg
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19805#0233

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
uurwerk circa 17000 car. guld. hebben bedragen, zeker een beduidend bedrag in dien tijd.
Borchhard nam de 14 oude klokjes voor 200 car. gulden over en ging met het leeuwenaandeel
van de 17 mille strijken: ruim 5000 car. gulden, terwijl Eekhof ruim 4000 car. gulden kreeg.

Maar al schijnen ons de onkosten zeer hoog, nu, na meer dan 140 jaren doet dit
klokkenspel nog zijn tonen hooren en verschaft menigeen een genotvol oogenblik.
Allicht zouden Poppenheuser en de Vries echter thans niet meer de verklaring afleggen
»dat ieder klok genoegzaam zijn vereischte toon en geluid heeft”!

Rotterdam. M. C. NIJLAND.

■ . . - -T ■ ■ ■ —.= ■

HET GESLACHT BURGERHUYS, KLOK- EN GESCHUTGIETERS

TE MIDDELBURG.

Het geslacht Burgerhuys had een klok- en geschutgieterij in Zeeland, zooals nog
gezegd zal worden in Middelburg en kwam uit de werkplaatsen der Van Trier’s te Aken,
welken daar van 1410 tot 1761 een soortgelijk bedrijf hadden 1 2). In 1595 wasjan Borgerhuys
(Borgerjoes) knecht bij Hendrik van Trier, natuurlijk een der leden van dat geslacht, die,
genealogisch voorhands niet te plaatsen, denkelijk een zoon was van Hendrik van Trier
(werkzaan 1557—1576), welke zich had aangesloten bij de protestanten en in de Nederlanden
werkzaam was3). Dat knechtschap blijkt uit een rekeningpost uit de Stadsrekening van
Middelburg 1593—1594, waar sprake is van aankoop van materialen voor den Abdijtoren,
door Hoefer indertijd medegedeeld in het achtste deel van het Archief van het Zeeuwsch
Genootschap:

»Betaelt Jan Borgerjoes, knecht van Heyndrick van Trier, over zyn arbeytsloon
van het purgeeren van zecker clockspyse, per quytantie de somme van 3 £ gr.” 3).

Van hem ken ik:

1603. Twee halve kartouwen voor de stad Middelburg1 6).

1607. Luiklok Nieuwe kerk Delft0).

1609. Bronzen vijzel Museum Breda B).

1614. Klok kerk Teroele 7).

1) H. Boeckeler, Beitrage zur Glockenkunde, 1882, 16 vlg.

2) Dat hij zich bij de protestanten had aangesloten beweert Boeckeler 220. Het behoeft echter
nog niet te volgen uit zijn werkzaamheid als geschutgieter, toen hij in 1573 en 1574 voor onderscheidene
Westfriesche steden klokken tot geschut omgoot: o. a. voor Monnikendam (Navorscher, 1860, 153, 281),
Enkhuizen (Brandt, Historie van Enkhuizen, 1666, 145) en Edam (Le Long, Reformatie der stadt Amsterdam,
1729, 545). In het bekende geuzenliedje Maximilianus de Bossou wordt hij voorgesteld als de man aan
wiens kanonnen de goede uitslag der actie door de Watergeuzen tegen Bossu in het Hoornsche Hop
(1573) vooral te danken was. (Nieuw geuzenlied-boek ed. Van Lummel, 171).

3) Aanteekeningen betreffende de klokkenspelen te Middelburg. Overdruk p. 21.

4) Archief Zeeuwsch Genootschap, VIII (1898), 48.

5) Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten, III, 29.

6) De Nederlandsche monumenten, I, 196.

7) Vrije Fries, 1895, 129.

221
 
Annotationen