Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Hinweis: Ihre bisherige Sitzung ist abgelaufen. Sie arbeiten in einer neuen Sitzung weiter.
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 10.1917

DOI Heft:
[Nr. 1]
DOI Artikel:
Mulder, Adolph: Restauratiën in historischen en in zoogenaamden nieuwen stijl
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19806#0021

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
RESTAURATIËN IN HISTORISCHEN EN IN ZOOGENAAMDEN

NIEUWEN STIJL.

Het was in het jaar 1874.

Jhr. Mr. Victor de Stuers had zijn bekend artikel «Holland op zijn smalst” in de
Gids doen verschijnen en daardoor voor goed de attentie gevestigd op de stiefmoederlijke
behandeling der Nederlandsche monumenten.

Als gevolg van zijn bazuingeschal werd in genoemd jaar de Commissie van Rijks-
adviseurs benoemd, welke Commissie echter, na een vierjarig bestaan, wegens oneenigheden
onder de leden, door den toenmaligen Minister van Binnenlandsche Zaken werd opgeheven.
De heer De Stuers, die destijds Referendaris, Chef van de afdeeling Kunsten en Weten-
schappen was, bleef verder alleen belast met het toezicht op de restauratie van monumenten.
Hoe hij zich van zijn taak gekweten heeft is alom bekend; slechts de ingewijden weten,
met hoeveel zorg en toewijding een restauratie werd voorbereid.

Wanneer bijv. een schilderij uit een particuliere of Rijks-verzameling moest
worden hersteld, dan werd vooraf van dit schilderstuk eene photografische opname
gemaakt, waarop aangegeven werd, welke partijen zouden worden behandeld en welke
gedeelten onaangetast moesten blijven. Er werd a. h. w. een proces verbaal opgemaakt
en dit met het schilderij aan den restaurateur overhandigd. De grootste kunststukken
werden met een gerust geweten aan de restaurateurs toevertrouwd en nimmer heb ik
klachten gehoord over de restauratie van een zoo behandeld meesterstuk.

Met het restaureeren van monumenten ging hij ongeveer op dezelfde wijze te
werk. Was een of ander belangrijk bouwwerk aangewezen om gerestaureerd te worden,
dan werd van de gevels, nadat deze van de eventueel dekkende pleisterlaag waren ontdaan,
een photografische opname gemaakt, terwijl de ingediende restauratie-teekeningen aan een
grondig onderzoek werden onderworpen. Uit alle meer of minder bekende verzamelingen
werden teekeningen, die zooveel mogelijk den oorspronkelijken toestand nabij kwamen,
opgeëischt; deze werden met de restauratie-teekeningen vergeleken, welke laatste zóólang
werden gewijzigd, totdat de teekeningen eindelijk konden goedgekeurd worden. Vooral
werd zorg gedragen dat het materiaal, waarmede gerestaureerd werd, van dezelfde soort
was en dezelfde afmetingen had als de bouwstof, waaruit het gebouw bestond.

Het doel van Jhr. de Stuers was: door restaureeren het bouwwerk voor verder
verval te behoeden en het in een zoodanigen toestand te brengen, dat het zooveel
mogelijk den oorspronkelijken toestand nabij kwam.

Deze wijze van restaureeren is mij altijd voorgekomen de ware te zijn.

Wordt niet bij het restaureeren van schilderijen een aaneensluiting gezocht tusschen
het te restaureeren deel en hetgeen behouden blijft?

Worden bij het herstellen van oude gobelins niet met zorg de draaddikte en kleur-
nuances vastgesteld, zoodat het bij aflevering van het werk zelfs den deskundige moeilijk
valt om uit te maken, waar de restauratie is aangevangen en waar deze geëindigd is?

9
 
Annotationen