DOI Heft:
[Nr. 5]
DOI Artikel:Verslagen
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.19806#0251
bokaal van de Volderij (1748), ontving het Museum bovendien nog ten geschenke een
familieportret voorstellende L. Th. Gronovius met zijn kinderen door J. L. la Farque,
genaamd van Nieuwland (1775). Tenslotte werden door aankoop eenige portretten ver-
worven o. a. van den leerling van Boerhaave, Gerard Baron van Swieten, dat aan C. Troost
wordt toegeschreven, en een portret van Johan Rippertz. van Groenendijck (1518—1650),
burgemeester van Leiden uit 1645. De afdeeling kunstnijverheid werd verrijkt met een
staande gangklok door Franciscus le Dieux, welke uit de 2de helft der 18de eeuw dateert.
Dank zij de welwillende medewerking van Dr. C. Hofstede de Groot, die zijne collectie
teekeningen van Oud-Hollandsche meesters ter beschikking stelde, konden drie belangrijke
tentoonstellingen dezer teekeningen in het Museum gehouden worden.
Verslag van het Gemeente Museum te 's-Gravenhage over het jaar 1916. — Als een
heugelijk feit mag gemeld worden, dat het Museum, in tegenstelling met de Rijks- en de
overige musea, niet alleen de jaarlijksche subsidie van ƒ5000, doch bovendien nog een
crediet tot een bedrag van ƒ6150 van de Gemeente mocht ontvangen. Door deze belangrijke
bijdragen en mede door geschenken van in het Museum belangstellende personen, werd
de Directie in staat gesteld de verzamelingen aanmerkelijk uit te breiden.
Door den aankoop van Colenbrander-aardewerk uit de collectie van wijlen
H. W. Mesdag en door het vorstelijk geschenk van den heer Preyer, waarvoor eene
groote verzameling ontwerpen voor versiering van vazen en borden door Colenbrander
op biscuit met waterwerf geteekend kon worden verworven, wordt de 19de eeuwsche
Haagsche ceramiek op waardige wijze gerepresenteerd. Voorts noemen we nog het
geschenk van de Goudsche plateelbakkerij »Zuid-Holland”, waardoor ook het in 1912—1913
door Colenbrander gemaakte aardewerk in de collectie vertegenwoordigd is. Bovendien
werden nog stalen uit de latere periode van de Rozenburgsche fabriek en een groot
tegelschilderij van Jan Toorop »Jong Holland” verworven.
Voor de kennis der 16de eeuwsche Haagsche glasbrandschilderkunst zijn de frag-
menten afkomstig van de St. Jacobskerk, thans geplaatst in 30 eikenhouten raampjes, van
groot belang. Onder de stukken zijn belangrijke fragmenten van het raam van Maximiliaan
van Buren, vervaardigd door Rijck met de stelt, die vóór 1560 overleden is, voorts van
het raam door de stad Haarlem geschonken en gemaakt door Joost Jansz. Ook van
het raam van Adam en Eva uit 1541 zijn fraaie overblijfselen aanwezig. Een ruitje
met eene voorstelling van Daniël en Suzanna, hunne belagers aanklagende, dagteekent
uit vroeger tijd.
De verzameling schilderijen werd door bruikleen en schenking met zes stukken
verrijkt, o. a. door drie 16de eeuwsche portretten voorstellende Vincent Corn. van Mierop,
diens vrouw en dochter, voorts met eenige moderne schilderijen, waaronder twee stukken
van Breitner, een Zelfportret en Een gezicht op het Rokin, en Het dal van de Ruppel
in Algiers door Hart Nibbrig.
239
familieportret voorstellende L. Th. Gronovius met zijn kinderen door J. L. la Farque,
genaamd van Nieuwland (1775). Tenslotte werden door aankoop eenige portretten ver-
worven o. a. van den leerling van Boerhaave, Gerard Baron van Swieten, dat aan C. Troost
wordt toegeschreven, en een portret van Johan Rippertz. van Groenendijck (1518—1650),
burgemeester van Leiden uit 1645. De afdeeling kunstnijverheid werd verrijkt met een
staande gangklok door Franciscus le Dieux, welke uit de 2de helft der 18de eeuw dateert.
Dank zij de welwillende medewerking van Dr. C. Hofstede de Groot, die zijne collectie
teekeningen van Oud-Hollandsche meesters ter beschikking stelde, konden drie belangrijke
tentoonstellingen dezer teekeningen in het Museum gehouden worden.
Verslag van het Gemeente Museum te 's-Gravenhage over het jaar 1916. — Als een
heugelijk feit mag gemeld worden, dat het Museum, in tegenstelling met de Rijks- en de
overige musea, niet alleen de jaarlijksche subsidie van ƒ5000, doch bovendien nog een
crediet tot een bedrag van ƒ6150 van de Gemeente mocht ontvangen. Door deze belangrijke
bijdragen en mede door geschenken van in het Museum belangstellende personen, werd
de Directie in staat gesteld de verzamelingen aanmerkelijk uit te breiden.
Door den aankoop van Colenbrander-aardewerk uit de collectie van wijlen
H. W. Mesdag en door het vorstelijk geschenk van den heer Preyer, waarvoor eene
groote verzameling ontwerpen voor versiering van vazen en borden door Colenbrander
op biscuit met waterwerf geteekend kon worden verworven, wordt de 19de eeuwsche
Haagsche ceramiek op waardige wijze gerepresenteerd. Voorts noemen we nog het
geschenk van de Goudsche plateelbakkerij »Zuid-Holland”, waardoor ook het in 1912—1913
door Colenbrander gemaakte aardewerk in de collectie vertegenwoordigd is. Bovendien
werden nog stalen uit de latere periode van de Rozenburgsche fabriek en een groot
tegelschilderij van Jan Toorop »Jong Holland” verworven.
Voor de kennis der 16de eeuwsche Haagsche glasbrandschilderkunst zijn de frag-
menten afkomstig van de St. Jacobskerk, thans geplaatst in 30 eikenhouten raampjes, van
groot belang. Onder de stukken zijn belangrijke fragmenten van het raam van Maximiliaan
van Buren, vervaardigd door Rijck met de stelt, die vóór 1560 overleden is, voorts van
het raam door de stad Haarlem geschonken en gemaakt door Joost Jansz. Ook van
het raam van Adam en Eva uit 1541 zijn fraaie overblijfselen aanwezig. Een ruitje
met eene voorstelling van Daniël en Suzanna, hunne belagers aanklagende, dagteekent
uit vroeger tijd.
De verzameling schilderijen werd door bruikleen en schenking met zes stukken
verrijkt, o. a. door drie 16de eeuwsche portretten voorstellende Vincent Corn. van Mierop,
diens vrouw en dochter, voorts met eenige moderne schilderijen, waaronder twee stukken
van Breitner, een Zelfportret en Een gezicht op het Rokin, en Het dal van de Ruppel
in Algiers door Hart Nibbrig.
239