Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Hinweis: Ihre bisherige Sitzung ist abgelaufen. Sie arbeiten in einer neuen Sitzung weiter.
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 10.1917

DOI Heft:
[Nr. 6]
DOI Artikel:
Korte berichten
DOI Artikel:
Verbeteringen
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19806#0300

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
een gebouw wordt geplaatst, mits daardoor geen misstand ontsta. Het komt mij voor,
dat het daarom noodig is deze aangelegenheid te doen behandelen door of althans in
overleg met den ontwerper van het uitbreidingsplan uwer gemeente.

Wat ten slotte het uitschrijven van eene prijsvraag voor de restauratie betreft, merk
ik op, dat dit mij niet alleen onmogelijk maar ook niet wenschelijk voorkomt, aangezien
een restauratieplan in den regel bezwaarlijk van te voren in bijzonderheden kan worden
vastgesteld, doch herhaaldelijk naar tijdens de uitvoering ontdekte gegevens dient te
worden herzien.

Ik verklaar mij gaarne bereid uw College desgewenscht te zijner tijd de noodige
plannen van Rijkswege kosteloos te doen verstrekken.

Limb. Koerier, Nov. 1917.

Indische tempels. — Uit Indië wordt gemeld, dat de Tjandi Kaliasan, een der
tempels in de Prembananvlakte, gerestaureerd wordt. Volgens een in de nabijheid gevonden
steen met opschrift in Sanskriet in Nagari schrift, is deze tempel in 778 n. Chr. gesticht.
Hij is gebouwd in den vorm van een Grieksch kruis, waarvan de langste zijde 21 M.
lang is. De vier poorten zijn met kala-makara-ornament versierd en geflankeerd door
bijna levensgroote beelden in half reliëf. De tempel met nissen — helaas zonder beelden —
en dagobs vertoont groote verwantschap met den Boroboudour. In de hoofdkamer is de
zijde tegenover den ingang nagenoeg geheel ingenomen door een groot voetstuk voor
een thans verloren beeld.

Restauratie in Frankrijk. — De Société francaise d’archéologie, waarvan Lefèbre-
Portalis voorzitter is, heeft haar herbouw voor de Fransche kerken geformuleerd. Zij
hoopt, dat men bij de reconstructie den stijl van het gebouw zal respecteeren, terwijl
men de deelen, die schade leden, maar toch bleven staan, niet moet restaureeren, maar
de gaten en bressen eenvoudig moet dichten, opdat deze een eeuwige getuigenis zullen
blijven van het Germaansche vandalisme. Ook beelden en beeldhouwwerk moeten in hun
gehavenden toestand bewaard blijven.

Zij wenscht verder, dat nieuwe kerken, in overeenstemming met de traditie, die
zich in de religieuse architectuur voortzette, zullen worden gebouwd, zoo veel mogelijk
op de plaats, waar de vorige kerk stond.

Ten slotte vraagt zij de openbare en religieuse autoriteiten de plannen betreffende
de niet-geclasseerde kerken ter nadere goedkeuring voor te leggen aan een commissie
van archeologen en architecten. Bouwk. Weekbl. 12 Mei 1917.

Verbeteringen.

Blz. 203. Sint Martinuskerk, leest: xMartinikerk.

Blz. 204. Praalgraf van Ripperda te Loppersum, leest: te Oosterwijwerd.

Blz. 214. N. Heggesteyne, leest: B. A. J. v. d. Hegge Zijnen.

288
 
Annotationen