OUDE GEBOUWEN IN DELFT1).
»Dese stadt. is seer groot ende schoon t’ alle
»kanten met goede ende fraeye huysen, breede ende
«lustighe straten, vercierd met heerlijcke ende koste-
»lijcke kercken.” Guicciardini.
Toen de kardinaal van Aragon in 1517 door Delft was gereisd, teekende zijn
secretaris daar niet veel meer van op, dan dat de stad door vele diepe en breede kanalen
was doorsneden. Arent van Buchell was na een bezoek aan de stad in 1597 evenzeer
door de vele grachten getroffen en zeide, dat er haast geen wijk of straat zonder water
was. Wat zulke oude reizigers een nuchtere opmerking in de pen gaf, geeft aan moderne,
kunstzinnige bezoekers van Delft een dieperen indruk: zij worden vervuld van bewon-
dering voor de echt Hollandsche stadsgezichten van de met boomen omzoomde grachten
en grachtjes, welker wallekanten zoo dicht op elkander verbonden zijn door sierlijke
bogen met bultige bruggedekken, waarop luchtige ijzeren leuningen een fijn silhouet
teekenen. Het oudste jaartal, dat aan deze bruggen voorkomt, is 1688 (trapjesbrug aan
de Koornmarkt), het jongste is 1808 (Oude Delft de Oude Kerk), maar verschillende
schijnen, naar hun pijlers te oordeelen, veel ouder — en alle zijn in ieder geval zóózeer
naar een overgeleverd model gevormd, dat zij prachtig bij elkander passen en bij heel
het oude aanzien van dit eenige stadje. De voornaamste grachten loopen van Noord naar
Zuid, wat aan hun beide kanten het grootste deel van den dag een gelijkmatig strijklicht geeft,
dat toch niet eentonig wordt, omdat de grachten niet recht getrokken zijn, maar kleine
knikken vertoonen (zie den plattegrond), zoodat wie er langs komt wandelen nu en
dan de verrassing heeft van wat om den hoek is, en plaatselijke wisselingen in belichting
niet ontbreken. Het water, de bruggen en het licht geven aan Delft dien gaven indruk
van een nog volledig oud geheel, die eigenlijk met de bestaande bebouwing niet meer
in overeenstemming is, want, wèl-geteld en bij nader toezien, blijken de nog goed-bewaarde
oude gebouwen ten slotte de minderheid te vormen.
1) Ik mag niet nalaten mijn hartelijken dank te betuigen aan Mr. Bouricius, die mij op vele
wandelingen door Delft vergezelde en verschillende inlichtingen verstrekte, en aan Dr. Haslinghuis
voor de welwillendheid, waarmede hij mij het gebruik van de rijke verzameling der monumenten-
commissie vergemakkelijkte. Ook heb ik verplichting aan Dr. Jan Kalf, die mij hielp bij het ontwarren
van de ingewikkelde bouwgeschiedenis der Oude Kerk, en niet minder aan den heer F. W. v. d. Haagen,
die mij vergunde een zevental der belangrijkste foto’s uit zijn mooie boek »Oude Gevels... te Delft"
bij dit opstel te reproduceeren.
9
135
»Dese stadt. is seer groot ende schoon t’ alle
»kanten met goede ende fraeye huysen, breede ende
«lustighe straten, vercierd met heerlijcke ende koste-
»lijcke kercken.” Guicciardini.
Toen de kardinaal van Aragon in 1517 door Delft was gereisd, teekende zijn
secretaris daar niet veel meer van op, dan dat de stad door vele diepe en breede kanalen
was doorsneden. Arent van Buchell was na een bezoek aan de stad in 1597 evenzeer
door de vele grachten getroffen en zeide, dat er haast geen wijk of straat zonder water
was. Wat zulke oude reizigers een nuchtere opmerking in de pen gaf, geeft aan moderne,
kunstzinnige bezoekers van Delft een dieperen indruk: zij worden vervuld van bewon-
dering voor de echt Hollandsche stadsgezichten van de met boomen omzoomde grachten
en grachtjes, welker wallekanten zoo dicht op elkander verbonden zijn door sierlijke
bogen met bultige bruggedekken, waarop luchtige ijzeren leuningen een fijn silhouet
teekenen. Het oudste jaartal, dat aan deze bruggen voorkomt, is 1688 (trapjesbrug aan
de Koornmarkt), het jongste is 1808 (Oude Delft de Oude Kerk), maar verschillende
schijnen, naar hun pijlers te oordeelen, veel ouder — en alle zijn in ieder geval zóózeer
naar een overgeleverd model gevormd, dat zij prachtig bij elkander passen en bij heel
het oude aanzien van dit eenige stadje. De voornaamste grachten loopen van Noord naar
Zuid, wat aan hun beide kanten het grootste deel van den dag een gelijkmatig strijklicht geeft,
dat toch niet eentonig wordt, omdat de grachten niet recht getrokken zijn, maar kleine
knikken vertoonen (zie den plattegrond), zoodat wie er langs komt wandelen nu en
dan de verrassing heeft van wat om den hoek is, en plaatselijke wisselingen in belichting
niet ontbreken. Het water, de bruggen en het licht geven aan Delft dien gaven indruk
van een nog volledig oud geheel, die eigenlijk met de bestaande bebouwing niet meer
in overeenstemming is, want, wèl-geteld en bij nader toezien, blijken de nog goed-bewaarde
oude gebouwen ten slotte de minderheid te vormen.
1) Ik mag niet nalaten mijn hartelijken dank te betuigen aan Mr. Bouricius, die mij op vele
wandelingen door Delft vergezelde en verschillende inlichtingen verstrekte, en aan Dr. Haslinghuis
voor de welwillendheid, waarmede hij mij het gebruik van de rijke verzameling der monumenten-
commissie vergemakkelijkte. Ook heb ik verplichting aan Dr. Jan Kalf, die mij hielp bij het ontwarren
van de ingewikkelde bouwgeschiedenis der Oude Kerk, en niet minder aan den heer F. W. v. d. Haagen,
die mij vergunde een zevental der belangrijkste foto’s uit zijn mooie boek »Oude Gevels... te Delft"
bij dit opstel te reproduceeren.
9
135