Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Hinweis: Ihre bisherige Sitzung ist abgelaufen. Sie arbeiten in einer neuen Sitzung weiter.
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 11.1918

DOI Heft:
[Nr. 5]
DOI Artikel:
Boeakaankondiging
DOI Artikel:
Verslagen
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19837#0231

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
Er zijn 25 zeer goede autotypieën achter in den catalogus geplaatst. Het geheel
is — als zijn voorganger — een museum-catalogus gelijk alle musea van de beteekenis
van het Leidsche dien moesten bezitten.

W. MARTIN.

□ VERSLAGEN. □

Vereeniging Rembrandt. Jaarverslag over 1917. — Het Verslag vermeldt het overlijden
van twee harer bestuursleden, de heeren Mr. H. A. Elias en H. Ph. Gerritsen. Giften
van ƒ250.— en ƒ45.— werden ontvangen en een legaat met vruchtgebruik belast, van
ƒ 5000.— van wijlen Dr. H. J. Veth. Deze versterking der gelden was dubbel welkom,
daar het aantal leden in het afgeloopen jaar van 443 tot 420 afnam. Een renteloos
voorschot werd aan het Kon. Kabinet van schilderijen verstrekt tot aankoop van een
mansportret van ± 1510 door een Brugschen kunstenaar geschilderd: De man met de
Simsonmedaille, reeds door Prof. Martin in 1917 in het Bulletin beschreven en afgebeeld.
Verder ontving het Gemeente Museum te ’s-Gravenhage een voorschot tot aankoop van
een zilveren Louis XVI broodmand en werd de 7de termijn van de bijdrage in de
kosten van het verwijderen der verflaag, die de gewelfschilderingen in de Zuiderkerk te
Enkhuizen bedekte, uitbetaald.

Een afbeelding van het door het Mauritshuis aangekochte portret is bij het
verslag gevoegd.

Jaarverslag over 1916 en 1917 van de handelingen der Commissie voor het stads-
schoon te Amsterdam. — Dit goed verzorgde en rijk geïllustreerde boekje geeft een over-
zicht van de nuttige werkzaamheid dezer commissie op architectonisch en oudheidkundig
gebied. Voor wat door haar voor de moderne bouwwerken werd verricht om ontsiering
der stad te keeren, kunnen wij hier slechts naar het verslag zelf verwijzen.

Verschillende pogingen om interessante gevels van slooping te redden werden
slechts ten deele met een gunstig succes bekroond, doch dit minder bevredigende resultaat
is zeker allerminst te wijten aan gebrek aan voortvarendheid bij de commissie. Dikwijls
werd niet de minste medewerking ondervonden en enkele malen werd, zooals bij den
fraaien 17den eeuwschen gevel aan de Korte Prinsengracht 38 »in een onbewaakt oogen-
blik gesloopt”. Slechts de lang verbeide wet tot bescherming van monumenten kan hier
verbetering brengen en onderwijl mogen wij dankbaar zijn, dat althans enkele gevels
door het optreden der commissie behouden bleven. De bekende gevel Rokin 145 zal,
na afbraak, aan de Technische Hoogeschool te Delft worden afgestaan om aldaar te
worden geplaatst.

Enkele gevelfragmenten werden aan de commissie geschonken en twee gevelsteenen
(Haarl. dijk 99 en Prinsengracht 346) werden door haar toedoen in den nieuwen gevel
herplaatst.

221
 
Annotationen