Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Hinweis: Ihre bisherige Sitzung ist abgelaufen. Sie arbeiten in einer neuen Sitzung weiter.
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 13.1920

DOI Heft:
[Nr. 1-2]
DOI Artikel:
Boekbespreking
DOI Artikel:
Korte berichten
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19839#0102

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
Mej. M. G. A. de Man behandelt de collectie penningen en munten, waaronder
de bekende zgn. Domburgsche munten. Hierna volgen bijdragen van P. C. v. d. Wolk
over de Berhalla’s (Maleische voorouderbeeldjes), Dr. J. H. Vernhout over het Kabinet
van naturalia, W. Chr. Noske over de Opgezette vogels, Dr. H. v. Laan over de
Mineralia en A. P. Ogterop over het Zeeuwsch Herbarium.

Deze verschillende overzichten bewijzen, dat, niettegenstaande de wat ouderwetsche
inrichting, het Genootschap nog steeds een waardige plaats inneemt, ook op oudheid-
kundig gebied, en dat het onder zijne leden personen bezit, die met liefde zich wijden
aan de afdeelingen van het museum. Oud, doch niet verouderd gaat het eene nieuwe
toekomst tegemoet, waarbij onze beste wenschen het vergezellen.

□ KORTE BERICHTEN. □

Amsterdam. — Nieuw museum Dentz van Schaick. Naar aanleiding van het bericht
in de dagbladen, dat de heer en mevr. Dentz van Schaick eene stichting hebben gemaakt
van hun huis met de kunstwerken van Léon Cachet en Nieuwenhuis en de verzameling
Oostersche kunstnijverheid, schrijft de «Bouwwereld" van 4 Februari 1.1. terecht: «Hoezeer
dergelijke schenkingen moeten gewaardeerd worden, hopen wij toch, dat zij niet aanleiding
zullen geven tot het ontstaan van een klein zelfstandig museumpje, met al den aankleve van
dien, doch dat de verzameling, desnoods gesplitst, kan worden opgenomen in een grooter
geheel — een museum van moderne of Oostersche kunst — die zij kan aanvullen.

Prov. museum te Assen. — Door de Prov. Staten van Drente is 9 Dec. 1.1. besloten
om de subsidie voor het Museum van Oudheden te verhoogen en een onderzoek in te
stellen naar het beheer. Door den heer Wielinga werd op verschillende misstanden ge-
wezen betreffende het onderhoud der verzameling.

Breda. — De Vereeniging Stedelijk Museum voor Geschiedenis en Oudheidkunde
te Breda, welke tot half December j.1. zes lokalen boven het Politiebureau van de gemeente
Breda in gebruik had, heeft vóór 1 Januari 1920 de beide achterzalen overhaast moeten
ontruimen door de uitbreiding van het Politiebureau.

Het bestuur heeft deze gelegenheid aangegrepen om de verzameling geheel te
reorganiseeren volgens de stelregels over plaatselijk Museumbeheer, uitgegeven door den
Oudheidkundigen Bond in 1918.

Alles wat niet tot de Geschiedenis van »Stadt en Lande van Breda” behoort, is
op de zolders opgeborgen. De plaatsruimte is echter veel te beperkt om de tentoongestelde
voorwerpen te doen uitkomen en het Bestuur hoopt, dat de gemeente Breda binnen niet
te langen tijd van hare belangstelling in deze reorganisatie zal blijk geven door de
beschikbaarstelling van een waardiger huisvesting voor de verzameling.

84
 
Annotationen