Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 13.1920

DOI Heft:
[Nr. 3]
DOI Artikel:
Keuller, L. A. J.: Oud-Roermond
DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.19839#0126
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
In 1662 besluit de magistraat dat zij »op den hoogen toren sal laten stellen een nieuw beeldt
van St. Christopher soo doenlick van geslagen coper verguldt, lanck negen ofte thien voeten.”
Gerard Douven, «borger ende goudsmit deser stadt” ontving in 1663 last zich naar Aken
te begeven, »om de plaeten van St. Christopher te laeten maecken”. In 1723 werd het
beeld opnieuw verguld en in 1790, na het inslaan van den bliksem, nogmaals, nu door
Antonius Burghoff van Roermond. Bij de restauratie tusschen 1839 en 1846 werd het
geel geverfd.

De toren droeg reeds vroeg een uurwerk want wij lezen dat Overste Luiten.
Vegersheim in 1578 »den uhrwijzer aan den hoogen thorn van 14 voeten .... op
der gemeijns costen” deed maken. In 1814 is de wijzerplaat vernieuwd.

De torenbekroning naar de modelle van broeder Joseph bestond uit eene balustrade
met vier hoektorentjes, waartusschen een vierkant dak met gebogen dakvlakken en in ’t
midden een hooger opgaand achtkant gedeelte, gesloten door een koepelvormig dak,
waarop het beeld. Deze bekroning van een gelukkige silhouette, hoewel iets te klein
voor den massieven toren, is blijven bestaan tot 1892 toen zij door den grooten brand
werd vernield. Het zware beeld stortte naar beneden, sloeg door het dak der kerk heen,
doch werd tegengehouden door het gewelf. Bij de restauratie door den Roermondschen
architect Weber, na den brand van 1892, is het tegenwoordige hooge torendak geplaatst.
Een nieuw beeld van St. Christoffel werd niet meer op den top van het dak gesteld,
doch vond zijne plaats iets lager in eene open lantaarn. Het nieuwe beeld is vervaardigd
door Jos. Thissen volgens het oude beeld, en het model op ware grootte ziet men thans
beneden in de Munsterkerk.

Herhaaldelijk is Roermond en zijne parochiekerk door brand geteisterd en herhaalde
malen is de hooge toren door den bliksem getroffen, zoo in 1554, 1665, 1710, 1790,
1819 en 1892. De laatste brand heeft de torenspits, de klokken, het orgel en het dak
der kerk vernield. De gewelven zijn gelukkig niet bezweken, zoodat het inwendige
der kerk gespaard bleef. Van oude klokken vóór de XVIIlde eeuw is ons niets bekend.
Wij vinden in de Maasgouw, 1890, het volgende: «Anno 1714 in 7ber sijn vijff doeken
gegoeten voor de cathedraale kereke de grootste tusschen 7 en 8000 pont, den 14en 8ber
sijn de voorseide doeken gedoept door sijn hoogweerde den heere bisschop van Ruremonde”.
De tegenwoordig bestaande klokken dateeren van na den brand van 1892. De St.
Christoffel is eerst in 1661 tot Kathedraal geworden.

Wanneer een kunstlievend vreemdeling aan een Roermondenaar vraagt, welke
monumenten der bisschopsstad het aanzien waard zijn, dan wordt hem onmiddellijk
geantwoord: de Munsterkerk, doch de Kathedraal wordt niet genoemd. Vraagt de

vreemdeling dan naar de Kathedraal dan zet de Roermondenaar groote oogen en een
verbaasd gezicht op en zegt: «Die brikkenoven!” Booze tongen vertellen dat eens eene
kunstenaarsvereeniging op eene kunstreis ook Roermond heeft bezocht en de Kathedraal
niet heeft gezien. Niemand is profeet in zijn eigen vaderstad, zelfs St. Christoffel niet.

108
 
Annotationen