Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3.Ser. 2.1889

DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.24586#0462

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext

De Kempische Harp, dichtbundel van Lodewijk Mercelis,
Gent, S. Leliaert, A. Siffer en C°, 188g, fr. 1,75.

Vriendelijke, gezonde, echte poezie, geen valsch gevoel, geene
sentimentaliteit! Zijn alle gedachten 00k niet nieuw, ze zijn rein,
opwekkend... Er is eene gedachte voorhanden, dat is reeds veel.
Leest De Kranen, De Zangen van Lente en Woud! De Kempische
Harp is door den dichter gehoord tusschen de dennen, bij ’t orglen
der vinken, het parelen der beken en het lachen der heide. Die
klanken der harp heeft hij cc waar hij kon, bemeesterd ».

’t Ware klarer geweest, hadde hij zijne eigene gedichten
« Klanken der kempische harpe a genoemd. Een ieder oordeele
of hij hier geene zangen voor zieh heeft, treffelijker en inniger
dan ’t onbestemde geruisch der (Eolusharpe! Moed, jonge dichter!

Gij stelt u onder de hoede van den uitmuntenden J. Bois en
kiest J. van Droogenbroeck tot leeraar. Gij zijt in goed gezelschap!

Etüde litteraire sur le poete neerlandais Vondel, par l’abbe
Camille Looten, ancien professeur de rhetorique, docteur es
Lettres. Bruxelles, Societe beige de librairie (Oscar Schepens).
Lille, Impr. typ. et lilh. Le Bigot, freres, 188g, 026 blz. in-8°,
fr. 4,5o.

Dit werk is een der bruikbaarste boeken die in langen tijd
over onze letteren en bijzonder over Vondel geschreven zijn. Tot
heden bepaalden zieh de pogingen der fransche schrijvers, om dezen
dichter aan het niet nederlandsch sprekende deel der bevolking
van Belgie te doen kennen, alleen bij de behandeling of verklaring
van enkele deelen zijner werken. Sommige liefhebbers meenden
al te mögen medeklappen, wanneer zij zonder aarzelen de namen
V011 deie en Bylderdaaique kon uitspreken.

De heer Looten bewijst dat Vondel nog anders gekend kan
worden dan bij name alleen. Ook is zijn werk in ’t geheel niet
misplaatst tusschen de nedeplandsche Studien over den dichter.
Het opent ons een tal van nieuwe geziahtspunten, waar de dichter
besproken wordt in verband met het buitenland ; wat hier te lande
al te weinig wordt gedaan.
 
Annotationen