1SAAC DA COSTA.
621
van het verleden hem aanboden. Behandelde hij onder
zijne oogen voorgevallen gebeurtenissen, dan belette
hem de meer beperkte geziehteinder van het heden,
volkomen partij te trekken van de gaven, waarmede
hij bij het verwerken van onderwerpen uit het ver-
leden woekeren kon. Hebben de Zangen des Tijds om
hunne actualiteit een groot deel der bewondering zijner
tijdgenooten opgewekt, de Geschied\angen zullen om
hunne breeder opvatting en stouter dichterlijke vlucht
hooger aangeschreven staan bij het nageslacht.
De adelaar in den hooge zwevende overschouwt
met zijnen scherpen blik groote gedeelten des aard-
bols. Zoo overschouwt en omvademt Da Costa met
zijnen dichterblik geheele tijdperken der geschiedenis.
Niemand zoo onbevooroordeeld, of hij beziet de
lotgevallen der menschheid en de geheimzinnige kracht,
die deze leidt, uit een of ander hem sympathiek 00g-
punt. En Da Costa was niet vreemd aan vooroordeel.
Zijne opvatting, zoowel der vaderlandsche als der
algemeene geschiedenis, had eene oud-testamentische
tint.
Volgens hem lag het huidige en toekomende heil
van personen, famihen en volken opgesloten in het
ten uitvoer brengen ^ijner bijbelsche begrippen; evenals
zijn meester Bilderdijk riep hij uit : wie niet door dik
•en dun met mij mededraaft, is legen mij. Ongetwijfeld
winnen zijne historische gedichten door dergelijke ziens-
wijze niet aan veelzijdigheid; wel danken zij er eenen
Israelitisch-profetischen gloed aan.
De Slag bij Nieuwpoort, met Hagar het juw'eel zijner
Geschied\ang<m uitmakende, bestaat voor het kleinste
deel uit de schildering van het gevecht zelf, of beter
gezegd van enkele belangrijke momenten van den strijd
bij Nieuwpoort, en voor het grootste uit eene meester-
621
van het verleden hem aanboden. Behandelde hij onder
zijne oogen voorgevallen gebeurtenissen, dan belette
hem de meer beperkte geziehteinder van het heden,
volkomen partij te trekken van de gaven, waarmede
hij bij het verwerken van onderwerpen uit het ver-
leden woekeren kon. Hebben de Zangen des Tijds om
hunne actualiteit een groot deel der bewondering zijner
tijdgenooten opgewekt, de Geschied\angen zullen om
hunne breeder opvatting en stouter dichterlijke vlucht
hooger aangeschreven staan bij het nageslacht.
De adelaar in den hooge zwevende overschouwt
met zijnen scherpen blik groote gedeelten des aard-
bols. Zoo overschouwt en omvademt Da Costa met
zijnen dichterblik geheele tijdperken der geschiedenis.
Niemand zoo onbevooroordeeld, of hij beziet de
lotgevallen der menschheid en de geheimzinnige kracht,
die deze leidt, uit een of ander hem sympathiek 00g-
punt. En Da Costa was niet vreemd aan vooroordeel.
Zijne opvatting, zoowel der vaderlandsche als der
algemeene geschiedenis, had eene oud-testamentische
tint.
Volgens hem lag het huidige en toekomende heil
van personen, famihen en volken opgesloten in het
ten uitvoer brengen ^ijner bijbelsche begrippen; evenals
zijn meester Bilderdijk riep hij uit : wie niet door dik
•en dun met mij mededraaft, is legen mij. Ongetwijfeld
winnen zijne historische gedichten door dergelijke ziens-
wijze niet aan veelzijdigheid; wel danken zij er eenen
Israelitisch-profetischen gloed aan.
De Slag bij Nieuwpoort, met Hagar het juw'eel zijner
Geschied\ang<m uitmakende, bestaat voor het kleinste
deel uit de schildering van het gevecht zelf, of beter
gezegd van enkele belangrijke momenten van den strijd
bij Nieuwpoort, en voor het grootste uit eene meester-