Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3.Ser. 2.1889

DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.24586#0081
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
DE HANDEL TIJDENS KAREL DEN GROOTE.

uittrok om de Ava'ren te beoorlogen (595)r werden hem
de slaven wier vaderland «■ de westelijke oceaan was »
bekend. Het waren twee gegangen speellieden, die den
wapenhandel niet verstünden (1). Maar dit slavenvolk
verstond het metaalgieten, de beeldhouw- en de toon-
kunst.

Wij lezen verder dat in het begin der zevende
eeuw een zekere Frank, genaamd Samo uit Sennonago
(Zinik, Soignies) met zijne vrienden een gezelschap
grondde, tot handelsverkeer met de Slaven (2) of Wenden.

Samo steeg daardoor zoozeer in aanzien, dat de
Slaven hem tot hunnen koning uitriepen. Doch de
fränkische handelaars hadden daarom toch menigmaal
de roofzucht dier stammen te vreezen. Daaruit kwam
het dan 00k voort, dat voor de verschillende handel-
drijvende volken markten op de grenzen van ’t fränkische
rijk werden aangewezen, buiten welke zij toenmaals
nog niet mochten gaan. En zoo waren bijvoorbeeld
Forchheim in Wurtemberg voor de Friezen, Halle en
Erfurt voor de Slaven als marktplaats aangewezen.

Wat nu verder het Noorden betreft, hier hadden
de Oost-Scandinaven den Angelsaksen door middel des
handeis de hand gereikt, en korts daarrfa versehenen
de duitsche kooplieden op de engelsche markten.

De Noormannen, waartoe men aanvankelijk alle kust-
bewoners der Oostzee rekende, bezochten toen reeds
langen tijd neverte de IJslanders de havens van Londen
en Dublin en brachten Britsch krijt naar Duitschland.
Zoo was Engeland 00k reeds lang met Gallie bevriend,

fi) Tiieophylactus, Hist., VI, 2. L. Giesebrecht, Geschichte der
Wenden, I, 4.

(2) Fredegar, Scholiast, hfst. 48. Fischer, Handels geschickte,
I, 153.
 
Annotationen