DE NAVOLGING VAN CHRISTUS.
IOI
den latijnschen te plaatsen en dergelijke afwijkingen
cursief te drukken, kunnen bewijzen dat de geheele
Navolging is overgenomen uit andere geschriften,
waar echter geen mensch iets van weet.
Maar ook de uitlatingen bewijzen hoegenaamd
niets voor de stelling van den schrijver. In de Dietsche
handschriften zijn de uitdrukkingen celebratio, cele-
brare, als de zin het toelaat, doorgaans weergegeven
door Mis hooren of communie eer en, of waar dit niet
aangaat, eenvoudig weggelaten. Geen wonder! die
vertalingen zijn vervaardigd voor personen die geen
latijn verstaan, en dus geen vermaningen over mis
lezen kunnen gebruiken. Daarom mist ook het Leid-
sche handschrift de zoo even aangehaalde woorden
van H. 13, alsmede de laatste zinsneden van H. 10,
die den priester vermanen niet te langzaam, maar
ook niet te haastig Mis te lezen. Mgr Van Vree
heeft wel gevoeld dat ook de andere uitlatingen op
zich zelve niets zeggen : wanneer iemand in eenig
devotieboek een brokstuk der Navolging wil op-
nemen, heeft hij immers volstrekte vrijheid alleen
datgene over te schrijven wat meer van zijn gading
is. Daarom tracht de schrijver zijne stelling, dat de
Dietsche tekst de oorspronkelijke, de latijnsche de
latere geinterpoleerde lezing vertegenwoordigt, te
bevestigen door de bewering dat door de weglating
dier zinsneden de samenhang inniger wordt; eene
bewering die, gelijk Spitzen te recht opmerkt, een-
voudig onaanneembaar is.
De lezer beschouwe eens aandachtig de hoofd-
stukken, die de hier besprokene voorafgaan en vol-
gen; en vrage zich af of hij iets ontwaart van dat
verschil in kleur en tint van het water, bij de in-
monding van een zijrivier in den hoofdstroom meestal
IOI
den latijnschen te plaatsen en dergelijke afwijkingen
cursief te drukken, kunnen bewijzen dat de geheele
Navolging is overgenomen uit andere geschriften,
waar echter geen mensch iets van weet.
Maar ook de uitlatingen bewijzen hoegenaamd
niets voor de stelling van den schrijver. In de Dietsche
handschriften zijn de uitdrukkingen celebratio, cele-
brare, als de zin het toelaat, doorgaans weergegeven
door Mis hooren of communie eer en, of waar dit niet
aangaat, eenvoudig weggelaten. Geen wonder! die
vertalingen zijn vervaardigd voor personen die geen
latijn verstaan, en dus geen vermaningen over mis
lezen kunnen gebruiken. Daarom mist ook het Leid-
sche handschrift de zoo even aangehaalde woorden
van H. 13, alsmede de laatste zinsneden van H. 10,
die den priester vermanen niet te langzaam, maar
ook niet te haastig Mis te lezen. Mgr Van Vree
heeft wel gevoeld dat ook de andere uitlatingen op
zich zelve niets zeggen : wanneer iemand in eenig
devotieboek een brokstuk der Navolging wil op-
nemen, heeft hij immers volstrekte vrijheid alleen
datgene over te schrijven wat meer van zijn gading
is. Daarom tracht de schrijver zijne stelling, dat de
Dietsche tekst de oorspronkelijke, de latijnsche de
latere geinterpoleerde lezing vertegenwoordigt, te
bevestigen door de bewering dat door de weglating
dier zinsneden de samenhang inniger wordt; eene
bewering die, gelijk Spitzen te recht opmerkt, een-
voudig onaanneembaar is.
De lezer beschouwe eens aandachtig de hoofd-
stukken, die de hier besprokene voorafgaan en vol-
gen; en vrage zich af of hij iets ontwaart van dat
verschil in kleur en tint van het water, bij de in-
monding van een zijrivier in den hoofdstroom meestal