Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3.Ser. 10.1897

DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.26590#0200

DWork-Logo
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
Jets ütitv IHïjaS&en»

door A. VAN REDICHEM.

« Kerken dragen torens,

Torens dragen klokken, »

zongen voorheen de jongens op St-Maarten. Maar eeuwen
voor dit lied werd aangeheven of zelfs voor zich een
toren in Europa verhief waren de klokken reeds bekend.

Niet slechts bij de Egyptenaren, die — volgens
Kirchaus —■ « een groot geluid met klokken maakten »,
bij de feesten aan Osiris gewijd, ook de Grieksche priesters
van Gybele bedienden er zich van bij het vieren der
geheimzinnige plechtigheden hunner eerediensten.

De Romein Lucianus van Samosate (iste eeuw
onzer tijdrekening) spreekt van slaguurwerken, Dio en
Suetonius maken in hun levensbeschrijving van Augustus
mede gewag van tintinnabula, waarmede klokken worden
bedoeld. Quintilianus gebruikt het spreekwoord « nola
in cubiculo ». Dit woord « nola » heeft velen op het
vermoeden gebracht, dat de eerste klokken in Nola, waar
St-Paulinus bisschop is geweest, gegoten waren en, dat
men ze den naam campanae heeft gegeven, omdat Nola
in de Campagna ligt. Hoe dit zij, de woorden signum,
lintinnabulnm en nola zijn de oudste benamingen voor
klokken. Tijdens Plinius was de Campagna bekend om
hare kopermijnen, men bracht daar ook het eerst han-
gende klokken in gebruik.
 
Annotationen