Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3.Ser. 10.1897

DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.26590#0251

DWork-Logo
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
#im imuto Sïuihft&trama,

door E. Van Nieuwenhuyzen.

INDELIJK, eindelijk gaat ons Edgar Tinei op
eene uitvoering van zijn jongste werk, het
Muziekdrama Godelieve (i), op woorden van
Hilda Ram, vergasten. Rond Sinxen zullen wij het,
onder ’s meesters leiding, te Brussel mogen hooren.
Onze lezers zullen misschien gaarne eenen kleinen
leiddraad voor het werk ontvangen (2).

Tinei heeft, zooals iedereen weet, het beste uit
Wagners theorie van het Muziekdrama gekozen, om
er een verjongden vorm van het Oratorio uit te
scheppen (zie Franciscus). Nu wendde hij zijn geniaal
instinct, verbonden met de vrucht van lange studiën
aan, om een modernen « opera-stijl » te vinden, die
het midden houdt tusschen den vorm van vroeger
dagen, en den hypermodernen, alle ensembles uitslui-
tenden trant der meeste Wagnersche gewrochten,
benevens de slecht verteerde voortbrengsels van Wag-
ner’sche kost bij jongere toondichters. Nomina simt

(1) Breitkopf u. Har tel, Leipzig en Brussel, 345 bl., fr. 20.

(2) Daar de orkest-partiluur van het werk thans nog niet verschenen
is, moeten wij eene volledige beoordeeling tot na de eerste uitvoering
verschuiven (Red.).
 
Annotationen