358
IETS OVER KLOKKEN.
nen doordringen. Misschien had dit zijne metalen
geestverwanten aldaar gered van hun treurig lot.
Het opschrift dezer klok luidde althans :
« lek heet Saligmaeker,
Als ick geluydt word bedryf ick rou over de dooden,
Door mijn clanck verdrijf ik de listen en lagen des satans.
Heer Meinard Man Abt tot Egmond heeft mij gegeven.
Casparus en Johannes Moer fecerunt. 1525.
Het eenige wat in het thans vervallen, voor-
heen in de geschiedenis van Noord en Zuid Neder-
land zoo vermaarde Sluys, nog herinnert aan zijn
vervlogen grootheid, is, met het beroemde, doch door
het bombardement van 1794 onherstelbaar bescha-
digde stadhuis, nog altijd « de oudste klokkenist
van Vlaanderen, » het welbekende Jantje, een bijna
levensgroot beeldje, dat reeds, uit 1424 dagteekent.
Sinds den dag dat Jantje de werkplaats van den
kunstvaardigen meester verliet treedt hij, als het tijd
is het vuur te slaan, naar buiten. Onverschillig is
het hem of vijandelijke kogels suizen om de grijze
vesting of de rustelooze golven van het Zwin een
met wapperende banieren en lustig golvende wim-
pels versierde vloot naar den oever dragen, die een
vorstelijke bruid den haar aan het havenhoofd
beidenden bruidegom tegemoet voert zooals een-
maal de Engelsche koningsdochter Margaretha van
Yorck, wier hand zou worden gelegd in die van
Karei den Stoute, de geduchte hertog van Bur-
gondië.
In den volksmond leeft « Jantje » voort als de
tamboer, die in 1606 den aanslag der Spanjaarden
verijdelde, door allerlei krijgschmarschen door elkan-
der te slaan.
Gezegde kloeke tamboer schijnt echter een veel-
IETS OVER KLOKKEN.
nen doordringen. Misschien had dit zijne metalen
geestverwanten aldaar gered van hun treurig lot.
Het opschrift dezer klok luidde althans :
« lek heet Saligmaeker,
Als ick geluydt word bedryf ick rou over de dooden,
Door mijn clanck verdrijf ik de listen en lagen des satans.
Heer Meinard Man Abt tot Egmond heeft mij gegeven.
Casparus en Johannes Moer fecerunt. 1525.
Het eenige wat in het thans vervallen, voor-
heen in de geschiedenis van Noord en Zuid Neder-
land zoo vermaarde Sluys, nog herinnert aan zijn
vervlogen grootheid, is, met het beroemde, doch door
het bombardement van 1794 onherstelbaar bescha-
digde stadhuis, nog altijd « de oudste klokkenist
van Vlaanderen, » het welbekende Jantje, een bijna
levensgroot beeldje, dat reeds, uit 1424 dagteekent.
Sinds den dag dat Jantje de werkplaats van den
kunstvaardigen meester verliet treedt hij, als het tijd
is het vuur te slaan, naar buiten. Onverschillig is
het hem of vijandelijke kogels suizen om de grijze
vesting of de rustelooze golven van het Zwin een
met wapperende banieren en lustig golvende wim-
pels versierde vloot naar den oever dragen, die een
vorstelijke bruid den haar aan het havenhoofd
beidenden bruidegom tegemoet voert zooals een-
maal de Engelsche koningsdochter Margaretha van
Yorck, wier hand zou worden gelegd in die van
Karei den Stoute, de geduchte hertog van Bur-
gondië.
In den volksmond leeft « Jantje » voort als de
tamboer, die in 1606 den aanslag der Spanjaarden
verijdelde, door allerlei krijgschmarschen door elkan-
der te slaan.
Gezegde kloeke tamboer schijnt echter een veel-