IETS OVER KLOKKEN.
373
een meester in het etsen, leefde in 1432 te Neuren-
berg. Als zijn hoofdwerk geldt een Lijdensweg van
Jezus Christus in 12 afzonderlijke etsen. Dit kunstwerk
is thans een groote zeldzaamheid. Christus aan het
Kruis wordt als zijn best geslaagden arbeid beschouwd.
Albertus Glockenton, (de jongere) was in het
midden der ióe eeuw, glasschilder te Neurenberg.
In de Derschausche verzameling te Neurenberg be-
vonden zich voortreffelijke glasschilderingen van zijn
hand; voorzien van het jaartal 1543.
George Glockenton, vormsnijder en illuminist te
Neurenberg (in Scheyers Todtengelaüt). Op hem volgt
Nicolaas, als schilder beroemd. {Encycl. van Ersch
a Grüber.)
Evenals de verloren geraakte glasschilderkunst is
teruggevonden giet men ook in onze eeuw weer
klokken, in België voornamelijk te Leuven.
Door de Firma van Aerschot en van Espen
werd aldaar in 1853 voor de St. Paulskerk te Luik
een klok gegoten, bij wier wijding de hertog en de
hertogin van Brabant als peter en meter stonden.
Zou deze schets beter kunnen besloten worden dan
met de woorden waarmede Schiller de bestemming
der metalen klokkenstem aanwees :
« Und dies sei fortan ihr Beruf,
Wozu der Meister sie erschuf!
Hoch überm niedern Erdenleben
Soll sie im blauen Himmelszelt,
Die Nachbarin des Donners schweben
Und grenzen an die Sternenwelt,
Soll eine Stimme sein von oben,
Wie der Gestirne helle Schaar.
Die ihren Schöpfer wandelnd loben
Und führen das bekranzte Jahr....
Freude dieser Stadt bedeute,
Friede sei ihr erst Gelaute. »
373
een meester in het etsen, leefde in 1432 te Neuren-
berg. Als zijn hoofdwerk geldt een Lijdensweg van
Jezus Christus in 12 afzonderlijke etsen. Dit kunstwerk
is thans een groote zeldzaamheid. Christus aan het
Kruis wordt als zijn best geslaagden arbeid beschouwd.
Albertus Glockenton, (de jongere) was in het
midden der ióe eeuw, glasschilder te Neurenberg.
In de Derschausche verzameling te Neurenberg be-
vonden zich voortreffelijke glasschilderingen van zijn
hand; voorzien van het jaartal 1543.
George Glockenton, vormsnijder en illuminist te
Neurenberg (in Scheyers Todtengelaüt). Op hem volgt
Nicolaas, als schilder beroemd. {Encycl. van Ersch
a Grüber.)
Evenals de verloren geraakte glasschilderkunst is
teruggevonden giet men ook in onze eeuw weer
klokken, in België voornamelijk te Leuven.
Door de Firma van Aerschot en van Espen
werd aldaar in 1853 voor de St. Paulskerk te Luik
een klok gegoten, bij wier wijding de hertog en de
hertogin van Brabant als peter en meter stonden.
Zou deze schets beter kunnen besloten worden dan
met de woorden waarmede Schiller de bestemming
der metalen klokkenstem aanwees :
« Und dies sei fortan ihr Beruf,
Wozu der Meister sie erschuf!
Hoch überm niedern Erdenleben
Soll sie im blauen Himmelszelt,
Die Nachbarin des Donners schweben
Und grenzen an die Sternenwelt,
Soll eine Stimme sein von oben,
Wie der Gestirne helle Schaar.
Die ihren Schöpfer wandelnd loben
Und führen das bekranzte Jahr....
Freude dieser Stadt bedeute,
Friede sei ihr erst Gelaute. »