Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3: 11.1898

DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.26593#0131
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
PHILIPS WILLEM, GRAAF VAN BUREN. 123

blijkt uit de aangehaalde plaats, dat de Prins van
Oranje, den 2in Augusti neg niet wist dat zijn zoon
op bevel des konings was heengevoerd geworden.

Bij lateren dag vernieuwde Willem de Zwijger
meer dan eens zijne klachten over de zaak. In
zijne Verantwoording, welke, twaalf jaren na het
voorval, het licht zag, zegde hij het volgende : « Wij
« en sijn soo vervremt van natueren niet, dat wij
« niet een vaderlijck herte en genegentheyt in ons
« en souden gevoelen: noch soo wys ende voor-
« zichtigh dat ons niet menighmael een klagelijck
« verlangen na onsen soone, door lange afwesende,
« in onsen gemoeden soude te vooren kommen » (1).
Toen hij er over sprak aan de afgevaardigden
die Don Juan van Oostenrijk hem, in 1577, te Geer-
trudenberg, had gezonden, kreeg hij tot antwoord:
« ....’t selve geschied te zijn uyt vaderlijke liefde
« dewelke zijne majesteyt tot hem en zynen zone
« voordragende, om hem te preserveren van alle
« inconvenienten » : (2)

Don Juan had zich echter de zaak eenigzins
aangetrokken. Toen hij den 2Ón September 1577, te
Namen, de afgevaarden der algemeene Staten ont-
ving, zegde hij hun onder anderen dat, in geval hij
in ’t land van Luxemburg kon blijven tot den « tijd
d’lant van anderen Gouverneure zoude verzien we-

1’estude, pour d’aultant mieulx estre servy de luy sadicte Majesté a
1’advenir et ainsi 1’amené prisonnier, sans faulte a telle intention qu’il
me pense lier mes mains de telle sorte, afin que je n’auray moyen
de lui faire empechement en son regne tyrannique : ... » Brief van
12 Augusti 1568; medegedeeld door M. Gachard, Correspondance
de Guilleume le Taciturne, Prince d’ Oranje, 3® deel, bl. 13.

(1) Apologie ofte verantwoerdinghe des doerluchtigen ende hoogh-
gheborenen voirst ende heeren Wilhelmus, prinse van Orangien,
enz. Leyden, bij C. Silvius, 1581, in-40.

(2) Bor, 1® deel, bl. 818.
 
Annotationen