Houbraken, Arnold; Houbraken, Arnold [Hrsg.]: De Groote Schouburgh Der Nederlantsche Konstschilders En Schilderessen: waar van 'er veele met hunne beeltenissen ten tooneel verschynen, en hun levensgedrag en konstwerken beschreven worden ; zynde een vervolg op Het schilderboek van K. v. Mander (Band 1): T welk zyn aanvang neemt met het jaar 1466, en vervolgt met die Konstschilders, welker geboorte in dien tusschentyd tot het jaar 1613 vvoorgevallen is (Gravenhage, 1753)

LYST der voornaamfle zaken en byzonderheden
in dit eerfte Deel van den Scbouburgh derKonfi-
fcbilders befchreven; om alles op zyn plaats te
konnen vinden. 1.

IN hoe grooten agting en'
waarden de Schilderkonft
oudtyts by Grieken gefchat
‘wierd. x. 3
Wie al van overoude tyden af
over de Schilderkonft en der
zelver oeffenaars gefchreven
hebben. 3-4-5
De Reden welke de Schryver
hebben aangefpoort tot den
aanvang van dit Boek. 7
Opwatwyze de Schryver de
levensbefchry ving derKonft-
fchilders, aan die van K. v.
Mander fchakelt. 10. 11
Voorbeelden van Schilders
welke langzaam en vaardig
hebben gefchildert. 165.160
De Penceeltrekftryt tuffchen
Apelles en Praxiteles, en
een dergelyk tuffchen Ant.
van Dyk en Fr. Hals. 89.90
Wedfpel tuffchen Knipber-
gen, J. v. Gojen enJ.Per-
ielles. 166.167
Vrernde wyzen van teekenen
by gelegentheid van een gee-
ftig"voorval met la Fage be-
fchreven. 168. 169
Hoe een Konftfchilder zeker-
der gaat in zyne verbeel-
dingen wanneer hy in een
zelve geval Hiftoryfchry-
vers, dan de Dichters volgt,
en de reden waarom. 203-
204
Schilderkonft • hoe door Oor-
logen en Inlandfche beroer-
ten gedrukt. 41. 42
Hoedanig de Konftfchilders
oulings by de grootfte Wae-
reltvorften zyn geacht ge-
weeft* 238. 239

Hoe door de Keizer Maxi-
miliaan geadelt, en by wat
gelegentheid, aangewezen,
240
Hoe de Gilden en Broeder-
fchappen oudtyts de een of
ander heilig toegevoegt
werd, aan de welke zy op
gezette tyden Godsdienftig
plechtigheden bewezen. 241
Het konftgenootfchap van
St. Lucas te Dordregt op-
gerecht 1642; en door wie.
238
Geeftig voorval wanneer de
Keurvorft van Beyeren tot
Antwerpen op de Konftka-
mer onthaalt wierd, befchre-
ven. 246. 247. 248
M. Mierevëït verkrygt door
zyn Konft van Hertog Al-
bertus, in de hevigfte ver-
volging vryheid van Gods-
dienft. 47
Gevaarlyk geval van Dirk
van Hoogftraten in Duits-
land. 160. 161
Jan van Kuik Wouterze,
werd om de belydenis van
zyn geloof verbrant. 5 r
Uil, kwaad voorteelten voor
Kamphuizen. 125
Beteekenis van ’t wöortTy-
ran. 83
Hoedanig onder de Heide-
nen de Offerdieren wierden
gekranft wanneer de zelve
voor den outaar geftelt, of
ter flachtinge geleid wier-
den. 99
Offerftier moeft wit wezen
die voor Hemelgoden ge-
flachtwierden, en pikzwart
Bb 2 ‘ wan-